Vervoer van voertuig
Leef de volgende veiligheidsinstructies na, voordat u
de motorfiets met een ander voertuig vervoert.
1)
Verwijder alle voorwerpen en accessoires die
niet zijn vastgezet van het voertuig;
2) Draai het voorwiel in de rijstand, in een rechte
lijn met het voertuig dat voor het vervoer
gebruikt wordt en zet het vast om te vermijden
dat het voorwiel kan bewegen;
3)
Plaats de motorfiets in de eerste versnelling;
4) Gebruik de bevestigingsriemen en breng ze aan
solide componenten (bijv. frame) aan, maar
NIET aan het stuur (of stuurhelften, indien
aanwezig) of aan componenten die zouden
kunnen breken (bijv. hendels,
achteruitkijkspiegels, enz.);
5) De riemen of kabels mogen NIET over de
gelakte componenten van de motor schuren;
6) De ophangingen moeten, voor zover mogelijk, in
een gedeeltelijk gecomprimeerde stand zijn
geplaatst zodat het voertuig tijdens het
transport over de weg weinig schokken oploopt.
Let op
Bevestig geen kabels aan de stuurhelften.
Fig 193
249