Pagina 1
Onderhouds- en gebruiksaanwijzingen DUCATI749/749S...
Pagina 3
Welkom in de club van de Ducati-liefhebbers, u hebt een Opmerkingen bijzonder goede keuze gemaakt. Wij denken dat u deze Ducati Motor Holding S.p.A. kan niet aansprakelijk nieuwe Ducati niet alleen als dagelijks vervoersmiddel zal worden gesteld voor eventuele fouten die zijn gemaakt gebruiken maar ook voor lange reizen.
INHOUD Gashendel 28 De hendel van de voorrem 29 Het pedaal voor de achterrem 30 Versnellingspedaal De stand van het koppelingspedaal en de achterrem 31 De stand van het versnellingspedaal 32 De stand van het achterrempedaal 33 Aanwijzingen van algemene aard Belangrijkste elementen en mechanismen Garantie 6 Plaats op het voertuig 34...
Pagina 5
De ketting smeren 66 Ophangingen 86 De lampjes van het dimlicht en de grote lichten Uitlaat 86 vangen 67 Beschikbare kleuren (749/749S) 86 De lampjes van het standlicht vervangen 69 Elektrische uitrustingen 87 Richtingaanwijzers De achterste richtingaanwijzers 70 Geheugensteuntje voor onderhoud...
Contacteer in geval van twijfel een erkende Ducati dealer. U zult de informatie uit deze handleiding goed kunnen gebruiken tijdens uw reizen die Ducati Motor Holding S.p.A. u altijd even rustig en prettig toewenst.
Nuttige informatie voor veilig reizen Zorg ervoor dat u altijd goed zichtbaar bent en rijd niet in de "dode hoek" van de voertuigen die voor u rijden. Opgelet Let goed op op kruispunten, als u een privé-ruimte of een Eerst lezen voordat u de motor gebruikt. parking verlaat of als u de autoweg oprijdt.
Rijden met volle bepakking De zwaarste bagage of accessoires dienen zo laag Dit motorvoertuig is ontworpen voor veilig rijden van mogelijk en zo veel mogelijk in het midden van de lange afstanden met volle bepakking. motorfiets te zitten. Het gewicht van de lading goed op het voertuig verdelen Maak de bagage stevig vast op de motorfiets;...
Identificatiegegevens van de motorfiets Elke Ducati-motorfiets heeft twee identificatienummers, een voor het frame (afb. 1.1 en afb. 1.2) en een voor de motor (afb. 2). Frame N. Motor N. Opmerkingen Deze nummers duiden op het model en dienen te worden vermeld als men onderdelen bestelt.
BEDIENINGSORGANEN Opgelet In dit hoofdstuk wordt uitgelegd waar de bedieningsorganen zitten die moeten worden gebruikt om te kunnen rijden met de motorfiets. Lees de beschrijvingen aandachtig voordat u deze bedieningsorganen gebruikt. Plaats van de bedieningsorganen op de motorfiets (afb. 3) 1) Het instrumentenbord 2) De startschakelaar en het stuurslot 3) Stuurschakelaar links...
Het instrumentenpaneel (afb. 4) 1) LCD, (zie pag. 12) 2) Toerenteller (min Duidt het aantal toeren per minuut van de motor aan. 3) Waarschuwingslampje neutraal N (groen). Gaat branden als de versnelling in zijn vrij staat. 4) Controlelampje brandstofreserve (geel) Gaat branden als men de reserve-inhoud aanspreekt;...
Het dient bovendien als signaal tijdens de procedure om LCD – Belangrijkste functies het antidiefstalsysteem te deblokkeren met de gashendel. Opgelet Als er geen fouten worden gemeld, moet het even Programmeer alleen parameters als de motorfiets branden als de startschakelaar op ON wordt gezet, maar stil staat.
Pagina 13
De eerste 50 km nadat dit lampje is beginnen te branden, blijft het knipperen. Daarna zal het permanent branden. De erkende Ducati dealer die voor het onderhoud zorgt, zal het systeem resetten. 12) Controlelampje antidiefstalsysteem. Dit lampje blijft branden als de sleutelcode fout is of niet wordt herkend;...
LCD - Parameters programmeren en weergeven Als het voertuig wordt aangezet (sleutel van OFF op ON), worden alle instrumenten gecontroleerd (wijzertjes, display, lampjes) zie (afb. 7) Weergave van de functies op het linker display (A). Als de knop (1) (afb. 6) wordt ingedrukt en de sleutel staat op ON, worden beurtelings de kilometerteller en de dagteller weergegeven.
Pagina 15
De klok instellen De toets (1) minstens 2 seconden lang indrukken. AM of PM kiezen met de toets (2). De toets (1) indrukken om uw keuze te bevestigen en het uur te programmeren. Het uur wijzigen met de toets (2). De toets (1) indrukken om uw keuze te bevestigen en de minuten te programmeren.
Pagina 16
Menu voor speciale functies (voertuigmodel en maateenheden) De computer bepaalt automatisch de correcte maateenheden die op het display dienen te worden weergegeven; om deze parameters te wijzigen, zet u de sleutel eerst op OFF en dan op ON en drukt u gelijktijdig op de toetsen (1) en (2).
Pagina 17
U kunt na afloop tot 19 gechronometreerde tijden weergeven op het LCD. Druk op de knop (1) om alle opeenvolgende metingen weer te geven; op het instrumentenpaneel verschijnen de volgende gegevens: - het nummer van de rit (6) waarnaar de gegevens verwijzen;...
Pagina 18
De watertemperatuur (afb. 12 en 13) + 46 ° C + 119 ° C Als de watertemperatuur onder -40 °C/-40 °F daalt, - 39 ° C + 45 ° C + 124 ° C + 120 ° C verschijnen op het display knipperende streepjes en gaat het ambergele waarschuwingslampje EOBD (8, afb.
Pagina 19
Lichtsterkte van de controlelampjes De intensiteit van de controlelampjes wordt automatisch aangepast naargelang van de lichtsterkte die in de omgeving wordt gemeten. Instrumentenpaneelverlichting De verlichting van het instrumentenpaneel werkt alleen als het standlicht of de koplamp branden. Het instrumentenpaneel schakelt met behulp van voelers die de lichtintensiteit en de omgevingstemperatuur meten, automatisch de verlichting van het instrumentenpaneel aan of uit.
Antidiefstalsysteem De A-sleutel heeft dezelfde functies, maar men kan er Voor een betere beveiliging tegen diefstal is het voertuig andere zwarte sleutels mee wissen en indien nodig, uitgerust met een elektronisch antidiefstalsysteem dat herprogrammeren. de motor blokkeert en dat automatisch wordt ingeschakeld telkens als het instrumentenpaneel wordt Opmerkingen uitgezet.
Codekaart Bij de sleutels hoort ook de CODEKAART (afb. 15) met de volgende gegevens: A) (afb. 16) de elektronische code waarmee men de motor deblokkeert als deze niet start als de sleutel op ON wordt gezet. Opgelet De CODEKAART dient op een veilige plaats te worden bewaard.
Gashendelprocedure om het 6) Als de code NIET correct is ingevoerd, blijven het antidiefstalsysteem uit te schakelen EOBD-lampje en het CODE-lampje branden en kan men 1) De sleutel op ON zetten en de starthendel helemaal de procedure vanaf punt 2 zo vaak herhalen als men dit draaien en in deze stand houden.
Als de klant duplicaten van de sleutels nodig heeft, dient gezet, blokkeert het beveiligingsysteem de motor. Als de hij zich tot de technische servicecentra van DUCATI te motor wordt gestart door de sleutel van OFF op ON te wenden en alle sleutels die hij nog in zijn bezit heeft met zetten: zich mee te nemen, samen met de CODEKAART.
De startschakelaar en het stuurslot (afb. 17.1 - 17.2) Deze zit voor de brandstoftank en heeft vier standen: A) ON: zet de lichten en de motor aan; B) OFF: zet de lichten en de motor uit; C) LOCK: Het stuur is vergrendeld; D) P: standlichten aan en stuur vergrendeld.
De linker stuurschakelaar (afb. 18) 1) Lichtschakelaar met twee standen: stand = dimlicht aan; stand = groot licht aan. 2) Schakelaar = richtingaanwijzer met drie standen: midden = uit; stand = linksaf; stand = rechtsaf. Om de richtingaanwijzer uit te schakelen, drukt u de schakelaar in zodra deze weer in het midden staat.
De koppelingshendel De koppelingshendel (1) is uitgerust met een knop(2) waarmee men de afstand tussen de hendel zelf en de knop op het stuur kan afstellen. Deze afstand is afgesteld op 10 klikken van de knop (2). Door de knop naar rechts te draaien, verwijdert u deze van de gashendel.
Chokehendel (afb. 20) De chokehendel dient om te starten met een koude motor en meer benzine toe te voeren voor een groter stationair toerental. Standen van de chokehendel: A) = niet ingeschakeld; B) = helemaal ingeschakeld. De hendel kan op tussenstanden worden gezet om de motor geleidelijk aan warm te laten lopen (zie pag.
De rechter stuurschakelaar (afb. 21) Gashendel (afb. 21) 1) Lichtschakelaar met drie standen: Met de gashendel (4) op de rechterkant van het stuur rechts = lichten uit. opent men de gaskleppen. Als de hendel wordt in het midden = voorste en achterste standlichten, losgelaten, keren deze automatisch terug in de nummerplaatverlichting en instrumentenpaneelverlichting oorspronkelijke minimumstand.
De hendel van de voorrem (afb. 22) Als men de hendel (1) in de richting van de gashendel trekt, remt men met de voorrem. Lichtjes trekken is voldoende omdat dit mechanisme hydraulisch werkt. De hendel is uitgerust met een knop (2) waarmee men de afstand tussen de hendel zelf en de knop op het stuur kan afstellen.
Het pedaal voor de achterrem (afb. 23) Om met de achterrem te remmen, drukt men het pedaal (1) met de voet in. Dit remsysteem is hydraulisch. afb. 23 Versnellingspedaal (afb. 24) De ruststand van het versnellingspedaal is in het midden (N).
Pagina 31
De stand van het achterrempedaal wordt op analoge wijze aangepast. Opgelet Omdat deze componenten zo belangrijk zijn voor de afb. 25 veiligheid van uw motorfiets, raden wij u aan de stand ervan te laten wijzigen door een erkende Ducati dealer.
De stand van het versnellingspedaal (afb. 26) De stand van de versnellingshendel kan aan de behoeften van elke bestuurder worden aangepast. Er zijn drie mogelijkheden: De stand van het pedaal bij benadering aanpassen De bewegende terugkeerstang blokkeren met een sleutel in de hiervoor bestemde opening (1) en de contramoer (3) losdraaien.
De stand van het achterrempedaal (afb. 27) De stand van de achterremhendel op de volgende manier wijzigen: De contramoer (1) losdraaien. Aan de regelschroef (2) van het pedaal draaien totdat deze in de gewenste stand staat. De contramoer (1) vastdraaien. Met de hand controleren of er een speling van ong.
BELANGRIJKSTE ELEMENTEN EN MECHANISMEN Plaats op het voertuig (afb. 28) 1) De benzinedop 2) Zadelslot (dubbel zadel). 3) Zijstandaard 4) Haak voor de helmhouder (dubbelzit). 5) De stuurschokdemper 6) Achteruitkijkspiegeltjes 7) Regelknoppen voor de voorvork. 8) Regelknoppen voor achterste schokdemper. 9) Trekstang.
Benzinedop (afb. 29) Openen Het dekseltje (1) openmaken en de sleutel in het slot steken. De sleutel 1/4 slag naar rechts draaien om het slot te openen. De dop optillen. Sluiten De dop sluiten met de sleutel en deze er goed induwen. De sleutel naar links draaien totdat het slot weer in zijn oorspronkelijke stand staat en de sleutel eruit halen.
Stand van het zadel - tank (zonder passagierszadel) Op de uitvoering voor 1 berijder kan men de hele groep “zadel-tank-zadelachterkant” verplaatsen t.o.v. het achterste kleine framegedeelte (1). Het zadel (2) kan 20 mm worden verplaatst om aan de behoeften van elke berijder te voldoen. Ga als volgt te werk om deze stand te wijzigen: de schroeven (3) aan de zijkant losdraaien en verwijderen en de zijhandvaten (4) eraf halen.
Zadelslot en helmhouder (dubbelzit) Openen (afb. 32 en 33) De sleutel in het slot (4) steken en naar rechts draaien tot u het zadelslot hoort klikken. De achterkant van het zadel (2) lichtjes naar boven trekken en optillen. Achteraan in de ruimte onder het zadel zit de helmhouder.
Pagina 38
Sluiten (afb. 34) De voorste sluithaken op de onderkant van het zadel onder de dwarse buis van het geraamte steken. Op het passagierzadel drukken tot u het slot hoort klikken. het passagierzadel een beetje naar boven trekken om te controleren of het slot goed gesloten is. afb.
Zijstandaard (afb. 35) Opmerkingen Wij raden aan regelmatig te controleren of het Belangrijk systeem waarmee de standaard in zijn ruststand blijft Voordat u de zijstandaard gebruikt, controleert u of zitten (twee in elkaar gedraaide trekveren) en de het oppervlak waarop u hem wenst te zetten stevig en veiligheidssensor (2) goed functioneren.
De stuurschokdemper (749S) (afb. 36) Regelknoppen op de voorvork Deze zit voor de brandstoftank en is bevestigd aan het Zowel de in- als de uitbeweging van de telescopen van frame en aan de stuurkop. de voorvork en de veervoorspanning kunnen worden De stuurschokdemper maakt het stuur stabieler en afgesteld.
Pagina 41
De STANDAARD standen zijn de volgende: compressie of in-beweging 8 klikken; extensie of uit-beweging: 8 klikken; Om de veervoorspanning in elke veerpoot te wijzigen, draait u aan de zeshoekknop (2) met een zeshoeksleutel van 22 mm. De voorspanning (A, afb. 37) kan gaan van 25 tot 10 mm. De voorspanning is standaard ingesteld op 20 mm.
De achterste schokdemper afstellen (afb. 39) voorzichtig om uw hand niet te verwonden door stoten Er zitten regelknoppen aan de buitenkant van de achterste tegen andere delen van de motor als de “haak” van de schokdemper waarmee de schokdempers kunnen worden sleutel uit de ring schiet tijdens het draaien.
De stuurhoek van de motorfiets wijzigen (749S) (afb. 40-41-42) De stand van de stuurhoek is het resultaat van testen die onze technici in verschillende rijcondities hebben uitgevoerd. De stand van de stuurhoek wijzigen is een delicate handeling die gevaarlijk kan zijn als deze met onvoldoende ervaring wordt uitgevoerd.
Pagina 44
De UNIBAL van de kop (A) mag maximaal 5 draadjes of 7,5 mm (B) loszitten. afb. 42...
Het niet naleven van deze norm ontslaat wijzigen, binnen de voorgeschreven limieten. Ducati Motor Holding S.p.A. van elke vorm van Bijzonder goed hiervoor geschikt zijn wegen met veel aansprakelijkheid voor eventuele schade aan de motor en bochten en hellingen waarop de motor, de remmen en de de levensduur ervan.
Pagina 46
Na 2500 Km Na het inrijden is het aangeraden nooit sneller te rijden dan: 2.500 ÷ +Km 10.000 min De motor gaat langer mee als u dit voorschrift naleeft en de noodzaak tot reviseren en afstellen vermindert. 1.000 ÷ 2.500 Km 0 ÷...
Voordat u begint te rijden, dient u de volgende punten te In geval van onregelmatigheden stelt u het vertrek controleren: uit en contacteert u een erkende Ducati dealer. Brandstof in de tank Controleren hoeveel brandstof er in de tank zit. Eventueel bijtanken (pag.
De motorfiets aanzetten Opmerkingen Om een al warme motor aan te zetten, volgt u de procedure voor “Hoge omgevingstemperatuur”. Opgelet Zorg ervoor dat u de bedieningsorganen kent die u nodig hebt tijdens het rijden (pag. 10). Normale omgevingstemperatuur (tussen 10 °C/50 °F en 35 °C/95 °F): 1) De startschakelaar op ON zetten (afb.
Pagina 49
2) De chokehendel (1) in stand B zetten (afb. 45) 3) Controleren of de startknop (2, afb. 46) op (RUN) staat; de startknop indrukken (3). Het voertuig moet spontaan starten, zonder gas te geven. Belangrijk Niet langer dan 5 seconden elektrisch starten. Indien nodig 10 seconden wachten voordat u de motor weer probeert te starten.
Remmen De motorfiets starten en ermee rijden Op tijd vertragen, terugschakelen om met te motor te 1) De koppelingshendel intrekken. remmen en vervolgens remmen met beide remmen. 2) Met de punt van uw voet en een besliste beweging de Voordat de motor stilstaat, de koppelingshendel intrekken versnellingshendel induwen om deze in eerste om te voorkomen dat de motor plots uitslaat.
De motorfiets stilzetten Belangrijk Vertragen, terugschakelen en de gashendel loslaten. Naar Laat de sleutel niet te lang in deze stand P staan de eerste versnelling terugschakelen en dan de omdat de accu kan ontladen. Laat de sleutel nooit in een versnelling in de neutrale stand zetten.
Brandstof tanken (afb. 47) Max level Niet te veel brandstof in de tank doen. De brandstof moet onder de vulpijp blijven. Opgelet Gebruik loodvrije brandstof met een octaangetal van 95 (zie pag. 81). Er mag geen benzine in de vulpijp onder de dop blijven zitten.
Standaard accessoires (afb. 48 en 49) In de rechter kuiphelft zit een zak met: de gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen; een helmhouder (een zit); gereedschapset met: - een bougiesleutel; aan de andere kant: een sleutel met twee diameters (inwendig Ø 10 + uitwendig Ø 14); - een pen voor de bougiesleutel;...
BELANGRIJKSTE GEBRUIKS- EN kuiphelften aan het frame zijn bevestigd; ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN de schroef (4) losdraaien waarmee de linker- aan de rechter kuiphelft zit, onder de kuiphelften zelf. Zijkuiphelften op motorfiets zonder passagierzadel De vier snelsluitingen (3) met ring losdraaien waarmee de kuiphelften aan het frame zijn bevestigd;...
Pagina 55
Opmerkingen Bij het opnieuw monteren van de kuiphelften dient u de voorste pen (5) op de juiste plaats te steken, ter hoogte van het kuipje. Opmerkingen Om de linker kuiphelft te monteren, dient u de zijstandaard uit te klappen en deze door de opening in de kuiphelft te steken.
Pagina 56
Het kuipje Opmerkingen Om het kuipje te demonteren, dienen eerst de achteruitkijkspiegeltjes en de zijkuipen te worden gedemonteerd zoals hierboven is beschreven. Demonteer het instrumentenpaneel (1) en haal het uit de sluitrubbertjes (2). Maak de kabels van het lampje van het standlicht los. Draai de twee schroeven (3) los waarmee het kuipje aan de zijkant aan de koplamp is vastgemaakt.
Het peil van de koelvloeistof controleren en eventueel bijvullen (afb. 55) Controleer hoeveel koelvloeistof er in het expansievat zit op de rechterkant van de motorfiets; het peil moet tussen de MAX- en MIN-streepjes (1 en 2) het langste streepje (2) is het maximumpeil; het kortste streepje (1) is het minimumpeil.
Pagina 58
De rechter kuiphelft eraf halen (pag. 54). Draai de vuldop los (3, afb. 56) en giet er een mengsel van water en antivriesmiddel SHELL Advance Coolant of Glycoshell (35÷40% van het volume) in, tot aan het MAX-streepje. Schroef de dop (3) er weer op en monteer de gedemonteerde delen.
(afb. 57) (op de afbeelding ziet Ducati dealer te contacteren om het remsysteem te laten men zowel het voorste als het achterste controleren en eventueel de leiding te laten ontluchten.
Om de remblokjes te kunnen controleren zonder de klauw te demonteren, zitten op alle blokjes slijtagegroeven. Op een goed blokje moeten de groeven goed zichtbaar zijn. Belangrijk Om de remblokjes te laten vervangen, contacteert u een erkende Ducati dealer. afb. 58...
Ducati dealer. Voor de gaskabel raden wij aan deze te openen door de twee borgschroeven los te draaien (1, afb. 59) en daarna het kabeluiteinde en de spindel in te vetten met vet van het type SHELL Advance grease of retinax LX2.
De gaskabel afstellen 1,5 ÷ 2 mm ➤ In elke stuurstand moet de starthendel een vrije slag hebben, gemeten op de omtrek van de rand van de hendel, van 1,5÷ 2,0 mm. Stel dit eventueel af met de 1,5 ÷ 2 mm speciale regelaars (1 en 2, afb.
De accu opladen (afb. 62) Opgelet Het is raadzaam de accu te demonteren om deze op te Houd de accu ver uit het bereik van kinderen. laden. De linker kuiphelft eraf halen (pag. 54), de schroef (1) Laat de accu op 0,9 A ong. 5÷10 uren opladen. losdraaien en de bovenste bevestigingsbeugel eraf halen.
De stuurhoek wijzigen (749S) Voordat u de stuurhoek wijzigt, dient u de stuurschokdemper te demonteren, waarvoor u de bevestigingsschroeven (1 en 2) losdraait. Met de schroef (2) is ook de stuurvergrendeling (3) vastgemaakt die iets meer naar achter zal moeten worden gemonteerd als u de stuurhoek wijzigt.
Pagina 65
Als u de stuurhoek op 23° 30' wenst te zetten, dient u de voorste opening van de stuurvergrendeling (3) voor de opening in de stuurkop te zetten. Smeer wat borgvloeistof op de schroef (2) en zet hiermee de stuurschokdemper vast. Vergeet de stuurvergrendeling niet (3).
Belangrijk met SHELL Advance Chain of Advance Teflon Chain. Om de ketting te laten spannen, contacteert u een erkende Ducati dealer. Belangrijk Met verkeerde smeermiddelen kunt u de ketting, De motorfiets op de zijstandaard zetten en het onderste...
De lampjes van het dimlicht en de grote lichten vangen Voordat u een lampje dat stuk is vervangt, dient u te controleren of de spanning en het vermogen van het nieuwe lampje voldoen aan de voorschriften die zijn opgesomd onder het punt "Elektrische uitrustingen" op pag.
Pagina 68
Opmerkingen Om de lampjes uit de koplamp te halen hoeft u het zwarte massaklemmetje niet van de behuizing te halen. Opmerkingen Raak het glas van de nieuwe lamp niet aan: het kan zwart worden waardoor de lichtsterkte vermindert. Opnieuw monteren Als u het nieuwe lampje hebt gemonteerd, sluit u de bedrading van het instrumentenpaneel weer aan en steekt u dit precies in de sluitrubbers.
De lampjes van het standlicht vervangen Om deze lampjes te vervangen (1), dient u eerst het instrumentenpaneel uit de sluitrubbers te halen (zie pag.56) en dan uw hand in de lampenhouder te steken. De lampenhouder eruit halen en de lamp vervangen. Als u het nieuwe lampje hebt gemonteerd, sluit u de bedrading van het instrumentenpaneel weer aan en steekt u dit precies in de sluitrubbers.
Richtingaanwijzers (afb. 71) Opmerkingen Op de afbeelding is de achteruitkijkspiegel waarop de richtingaanwijzer zit, gedemonteerd. De schroef (1) losdraaien en het gekleurde glas (2) van de houder halen. Dit lampje heeft een bajonetsluiting, dus moet u het eerst even indrukken en dan naar links eruit draaien. Om het nieuwe lampje erin te steken, drukt u erop en draait u het naar rechts tot u het hoort klikken.
Remlicht (afb. 73) Om de lampjes van de rem- en standlichten te vervangen, draait u eerst de twee schroeven (1) los waarmee het glas (2) is vastgemaakt. In het deksel (2) zitten twee pennen waarmee het glas (3) van het achterste remlicht vastzit.
De hoogte van de koplamp afstellen (afb. 75) Controleer de lichtbundel van de koplamp door de motor met op druk gebrachte banden en een bestuurder op het zadel, perfect loodrecht op de lengteas op een afstand van 10 meter voor een muur of een scherm te zetten. Teken een horizontale lijn op de hoogte van het midden van de koplamp en een verticale lijn op de lengtelijn van het voertuig op de muur.
De verticale richting van de koplamp past u aan met de regelknop (1, afb. 76), links van de koplamp. Als u de knoppen naar rechts draait, verzet u de lichtbundel naar onder; naar links verzet u deze naar boven. Opmerkingen Om bij de onderste knop te kunnen, dient u het koepeltje te demonteren zoals beschreven op pag.
Als een band wordt vervangen, dient het wiel te worden uitgebalanceerd. Belangrijk De tegengewichten van de wielen niet verwijderen of verplaatsen. Opmerkingen Om de banden te laten vervangen, contacteert u een erkende Ducati dealer zodat u er zeker van bent dat de wielen op de juiste manier worden ge(de)monteerd.
Pagina 75
Minimumdiepte van het loopvlak De minimumdiepte (S, afb. 78) van de groeven in het loopvlak dient op het punt met de grootste slijtage te worden gemeten: de diepte mag niet minder dan 2 mm bedragen en in elk geval niet minder dan de wettelijk voorgeschreven diepte in het land waarin de motor wordt gebruikt.
(2) eraf en vul olie bij totdat het peil juist is. Steek de dop er weer op. Belangrijk Laat de olie verversen of de oliefilters vervangen op de in de onderhoudstabel in het garantieboekje voorgeschreven tijdstippen door een erkende Ducati afb. 79 dealer. Viscositeit SAE 10W-40...
Om een bougie te controleren en eventueel te laten vervangen, contacteer u een erkende Ducati dealer die de kleur van de elektrode in het midden zal controleren: als de kleur overal even lichtbruin is, betekent dit dat de motor goed werkt.
De motorfiets reinigen Opgelet Om de metalen en gelakte delen mooi glanzend te Na het wassen kunnen de remmen soms minder houden, moet de motorfiets regelmatig gewassen en goed werken. Smeer geen vet of olie op de remschijven gereinigd worden. Hoe vaak hangt af van de manier waardoor het remvermogen afneemt.
TECHNISCHE KENMERKEN Gewichten (749/749S) Drooggewicht: 199 Kg. Gewicht met volle lading: 375 Kg. Opgelet Als u de motorfiets zwaarder laadt dan de Afmetingen (749/749S) (mm) (afb. 81) voorgeschreven limieten, rendeert hij minder, en wordt hij minder handelbaar zodat u er de controle over kunt verliezen.
Brandstof Type (liter) Brandstoftank, met reserve Loodvrije benzine met een oorspronkelijk 15,5 van 3 dm (liter) minimum octaannummer van 95 Smeercircuit SHELL - Advance Ultra 4 Remcircuit voor/achter en koppeling Speciale vloeistof voor hydr.systemen — SHELL - Advance Brake DOT 4 Beschermmiddel voor elektrische contacten Spray voor de behandeling van elektr.
34-4 zuigertjes. Wrijvingsmateriaal: Belangrijk TOSHIBA TT 2172. Het niet naleven van deze norm ontslaat Ducati Pomp type: Motor Holding S.p.A. van elke vorm van aansprakelijkheid PR18. voor eventuele schade aan de motor en de levensduur ervan.
Verhouding tandwiel uitgang versnellingsbak /achterste Opgelet kroontandwiel: Als het achterste tandwiel moet worden vervangen, 14/39 raadpleegt u een erkende Ducati dealer. Als dit Totale verhoudingen: component niet correct wordt vervangen, kan dit uw 15/37 veiligheid en die van de passagier ernstig in gevaar 17/30 brengen en de motorfiets onherroepelijk beschadigen.
Verkrijgbaar in de kleuren: veren in de veerpoten. geel Ducati cod. 473.201 (PPG); Diameter dragende buizen: rood Ducati anniversary cod. 473.101 (PPG); 43 mm. metallic frame en velgen. Vrije slag: 125 mm. Achteraan Progressief door tuimelaar tussen frame en bovenste draaipunt van de schokdemper.
Elektrische uitrustingen Zekeringen De volgende belangrijkste componenten: De hoofdzekeringendoos (1, afb. 83) zit tussen de koplamp met twee op elkaar geplaatste halogeenlampen: koplamp en het kuipje. Men kan bij de zekeringen door dimlicht HB3 12V-60W; eerst het deksel van de doos te halen waarop de groot licht HB3 12V-60W;...
Pagina 90
Kabelkleuren Zekeringenhouder (afb. 83 en 84) B Paars Bk Zwart Beschrijving Waarde Y Geel R Rood Dimlicht en groot licht 15 A Lb Lichtblauw Gr Grijs Claxon, remlicht, 20 A G Groen afstandstartschakelaar, Bn Bruin knipperfunctie O Oranje P Roze Key on 7,5 A Voeding instrumentenpaneel...