Aanduiding toerental
Het toerental wordt weergegeven met een
gekleurde toerenteller: grijs in de DAY-modus en wit
in de NIGHT-modus
Wanneer de streep ambergeel wordt, geeft het
instrumentenpaneel aan dat er naar de volgende
versnelling moet worden doorgeschakeld.
De streep wordt rood en gaat knipperen wanneer de
begrenzer ingrijpt en de lampjes
(Over-rev 12 e 13, Fig 47) gaan branden.
De streep wordt niet weergegeven als het toerental
lager is dan 1000 RPM.
120
°C
90
SPORT
km/h
260
TOT
km
12:34
8
9
7
10
6
11
3
5
12
Gear
DDA
4
EBC
3
DQS
DTC
2
1
ABS 1
DWC
RPM X 1000
Fig 50
PM
OFF
3
U/D
3
1
101