Pairing
Met deze functie is het mogelijk een nieuw
Bluetooth-apparaat te koppelen.
Het instrumentenpaneel beheert 4 soorten
Bluetooth-apparaten en maximaal 5 gekoppelde
en/of verbonden apparaten: 2 smartphones, 1
koptelefoon bestuurder, 1 koptelefoon passagier, 1
navigatiesysteem.
Opmerkingen
Voordat u verdergaat met het koppelen van
een nieuw apparaat, moet u ervoor zorgen dat de
Bluetooth is ingeschakeld op dit apparaat en dat het
kan worden gedetecteerd door andere Bluetooth-
apparaten. Raadpleeg altijd de instructies op het
apparaat.
Opmerkingen
Tijdens de koppelingsprocedure is het mogelijk
dat er een bevestiging direct op het apparaat (bijv.
smartphone) wordt gevraagd. Raadpleeg de
informatie op het apparaat.
Open het SETTING MENU.
●
Selecteer de aanduiding "Bluetooth" met de
●
navigatieknoppen en druk op de knop ENTER.
< Back
Associated Devices
Pairing
...
< Back
< Back
Pairing
... ...
1
Passenger
2
Smartphone
Rider
Fig 135
Fig 136
187