Schroef, met behulp van de inbussleutel uit het
●
gereedschapscompartiment, de twee schroeven
(4) aan weerszijden van het bestuurderszadel (5)
los;
Verwijder het zadel naar de achterkant van het
●
voertuig.
Het zadel hermonteren
Plaats het bestuurderszadel (5) weer terug door
●
eerst het voorste gedeelte in te steken en
vervolgens het achterste gedeelte aan te
drukken;
Til de achterste randen van het zadel op en zet
●
het vast door de schroeven (4) vast te draaien.
Controleer of het bestuurderszadel correct is
●
gemonteerd door het voorste deel op te tillen.
4
2
Fig 9
5
Fig 10
41