De koppelingshendel
De koppelinghendel (1) is voorzien van een knop (2)
waarmee u de afstand tussen de hendel zelf en de
knop op het stuurhelft kunt afstellen. Deze afstand
is afgesteld op 10 klikken van de knop (2). Als
rechtsom wordt gedraaid, wordt de hendel verder
van de knop verwijderd. Andersom, naar links, zet u
de hendel dichterbij. De transmissie van de motor
naar de koppeling en dus het aandrijfwiel wordt
onderbroken op het moment dat u de
koppelingshendel (1) intrekt. Het gebruik van de
koppelingshendel is heel belangrijk tijdens alle
rijfasen, maar vooral tijdens de startfase.
Let op
De koppelinghendel dient te worden afgesteld
terwijl de motorfiets stilstaat.
Belangrijk
Als u de koppelinghendel op een correcte
manier gebruikt, gaat de motor langer mee en
voorkomt u beschadigingen aan de
transmissiedelen.
72
Opmerkingen
Het is mogelijk de motor te starten met de
standaard open en de versnelling in de vrijstand,
maar ook met de versnelling ingeschakeld, waarbij
de koppelingshendel aangetrokken moet blijven (in
dit geval moet de standaard gesloten zijn alvorens
de versnelling in te schakelen).
2
1
Fig 30