De wikkeling controleren
U kunt de isolatie van de wikkeling controleren door een
hoogspanningstest uit te voeren. In dit geval dient u alle
AVR-draden te ontkoppelen.
LET OP
Schade aan de AVR in deze omstandigheden wordt
niet door onze garantie gedekt.
De diodebrug controleren
In een goed werkende diode mag de stroom alleen van
de anode naar de kathode stromen.
A n o d e
+R
IN
Pas afzonderlijke bekrachtiging toe om de
wikkelingen en roterende diodes te controleren
Zorg er tijdens deze procedure voor dat de dynamo
is ontkoppeld van elke externe belasting en
inspecteer de aansluitkast om na te gaan dat de
aansluitingen volledig zijn vastgedraaid.
1. Stop de unit, ontkoppel en isoleer de AVR-draden.
2. Er zijn twee manieren om een unit met afzonderlijke
bekrachtiging te creëren.
Montage A:Sluit een 12 V accu in lijn aan met een
rheostaat van ca. 50 ohm - 300 W en een diode op beide
bekrachtigingsvelddraden (5+) en (6-).
+
-
K a t h o d e
IN
+R
IN
IN
-W
-W
Montage A
MONTAGE A
-
Montage B:Sluit een "Variac" variabele stroomtoevoer
en
een
diodebrug
bekrachtigingsvelddraden (5+) en (6-).
Beide systemen dienen kenmerken te hebben die
compatibel zijn met het veldbekrachtigingsvermogen van
de machine (zie naamplaat).
3. Laat de motor aan nominaal toerental werken.
4. Laat de stroom van het bekrachtigingsveld afstellen
via de rheostaat of de variac en meet de
uitgangsspanningen op L1 - L2 - L3. Controleer de
onbelaste bekrachtigingsspanning en -stroom (zie
naamplaat van machine of vraag het testrapport van
de fabriek op). Wanneer de uitgangsspanning op zijn
nominale waarde is en gebalanceerd binnen 1% voor
het nominale bekrachtigingspeil, werkt de machine
goed. De storing wordt dan veroorzaakt door de AVR
of
bijhorende
hulpwikkelingen).
Montage B
MONTAGE B
Variac
83
G20, 30, 40 SIIIA Bedienings- en onderhoudshandboek
Bekrachtigingsveld
6 -
5 +
Rh. 50Ω - 300W
Diode 1A
+
12V-accu
aan
op
bedrading
(i.e.
Bekrachtigingsveld
5 +
6 -
+
Diode 1A
DC
-
AC
12V
220V
beide
aftasten,