MOTORWERKING
Let op gas motoruitlaat (koolmonoxide)
WAARSCHUWING
•
Uitlaatgas
niet
koolmonoxide dat zelf kleurloos en geurloos is.
Koolmonoxide is een gevaarlijk gas. Het kan
bewustzijnsverlies veroorzaken en dodelijk zijn.
•
Laat de motor niet in kleine ruimtes draaien
(zoals garages of naast een gebouw). Houd de
ruimte rond de uitlaatpijp vrij van sneeuw en
ander materiaal zodat er minder uitlaatgassen
onder de apparatuur kan ophopen. Dit is vooral
belangrijk indien geparkeerd bij omstandigheden
zoals een sneeuwstorm.
CONTROLEER VOOR INWERKINGSTELLING
LET OP
Om veiligheidsredenen moet de inspectie met de
motor uit worden uitgevoerd.
Motoroliepeil.
Plaats de motor of de machine op een effen oppervlak.
Haal de peilstok eruit en veeg deze met een doek
schoon. Steek de peilstok volledig in de opening en haal
deze er voorzichtig terug uit.
Controleer het oliepeil aan de hand van de markeringen
op de peilstok. Het oliepeil moet tussen de bovenste
peilmarkering en de onderste peilmarkering zitten, zoals
afgebeeld.
inademen
want
dit
bevat
A. Vuldop
B. Vulopening (motorolie) E. Onderste grenspeil
C. Peilstok
Open de vuldop (geel gekleurd) aan de motorzijde waar
de schommelnokafdekking is.
Bijvullen met motorolie tot het bovenste grenspeil op de
peilstok is bereikt.
Draai de vuldop met de hand vast. Gebruik geen tang of
ander gereedschap om de dop vast te draaien.
Capaciteit motoroliecarter:
G20SIIIA 4TNV88-BGGE- 7,4 liter
G30SIIIA 4TNV98-ZGGE - 10,2 liter
G40SIIIA 4TNV98T-ZGGE- 10,2 liter.
Houd er rekening mee dat het even duurt voordat de
motorolie uit het oliefilter helemaal tot in het carter
stroomt. Controleer het oliepeil pas na ten minste tien
minuten.
OPMERKING: Zorg ervoor dat er geen motorolie op
de aandrijfriem van de ventilaor spat want dit kan
slapheid of doorschuiven van de riem veroorzaken.
LET OP: Mors geen olie tijdens het bijvullen. Veeg
eventueel gemorste olie op de motor of de
apparatuur goed af om het gevaar op brand en
persoonlijke verwondingen en/of schade aan de
eigendom te voorkomen.
55
G20, 30, 40 SIIIA Bedienings- en onderhoudshandboek
D. Bovenste grenspeil
F. Peilstok
LET OP