U kunt op de menuknop op de rechterkant van het stuurwiel drukken en
'Voertuiggegevens' selecteren om de stroom en spanning van de
hoogspanningsbatterij te controleren.
De aan de batterij gerelateerde indicatielampjes op het digitaal
instrumentenpaneel zijn:
Indicatielampje
Laag batterijniveau
Geeft aan de het niveau van de hoogspan-
ningsbatterij laag is. Laad de batterij onmiddel-
lijk op of neem indien nodig contact op met
NIO.
Hoogspanningsbatterij losgekoppeld
Geeft aan dat het hoogspanningsvermogen
van het voertuig niet beschikbaar is. Neem
contact op met NIO indien nodig.
Storing van de 12 V-batterij
Neem onmiddellijk contact op met NIO als dit
indicatielampje gaat branden.
Storing hoogspanningsbatterij
Stop het voertuig en neem onmiddellijk contact
op met NIO als dit indicatielampje gaat
Oververhitting hoogspanningsbatterij
Stop het voertuig en neem onmiddellijk contact
op met NIO als dit indicatielampje gaat
IJs/sneeuw op de weg
Geeft aan dat de huidige omgevingstempera-
tuur te laag is en de prestaties van de
hoogspanningsbatterij kan beïnvloeden.
Laadkabel aangesloten
Geeft aan dat er een laadkabel is aangesloten.
Opmerking
branden.
branden.
Opladen
47