6.. AUTO
Druk op de knop om de automatische stand in te schakelen. In AUTO wordt de
temperatuur, de snelheid van de ventilator en de luchtverdeling in de auto
automatisch aangepast volgens de door u ingestelde gewenste temperatuur.
Tik een tweede keer om de automatische stand uit te schakelen. Er verandert
niets aan de stand van de airconditioning.
7.. Op de voeten
Verwarmt of koelt de voetruimte van de achterpassagiers.
8.. Snelheid van de achterventilator
Tik op '+' of '–' om de snelheid van de achterventilator te regelen. De ventilatie
achterin kan op zes snelheden worden ingesteld.
Klimaatregelpaneel achter
Met het display achterin kunnen de achterpassagiers de instellingen voor hun
klimaatzone regelen.
De ventilatieopeningen achterin afstellen
De ventilatieopeningen achterin bevinden zich bij het bedieningspaneel en ook
onder de beide voorstoelen.
Klimaatregeling
135