•
Probeer niet zelf een beschadigde veiligheidsgordel te repareren.
Veiligheidsgordels mogen nooit worden verwijderd of gemonteerd.
•
Een veiligheidsgordel mag voor slechts één persoon worden gebruikt. Het is
gevaarlijk een kind dat op de schoot van een inzittende zit de veiligheidsgordel
om te doen. Dit kan bij een botsing letsel bij het kind veroorzaken.
•
Veiligheidsgordels die tijdens een ongeval zijn uitgerekt en vervormd, moeten
onmiddellijk worden vervangen, zelfs als er geen zichtbare schade is.
•
Gordelspanners die tijdens een ongeval zijn geactiveerd, moeten onmiddellijk
worden vervangen. Zelfs als ze bij bepaalde ongevallen niet worden
geactiveerd, wordt voorgesteld om naar NIO te rijden voor inspectie of zo
nodig zelfs voor vervanging.
•
Rijd niet met de rugleuning die in extreme mate naar achteren is geklapt. Als u
dit doet, kan de veiligheidsgordel zijn beschermende functie verliezen.
Waarschuwingslampje veiligheidsgordel
Alle zitplaatsen zijn met veiligheidsgordels uitgerust. Wanneer de bestuurder op
zijn plaats zit (met het portier gesloten of het rempedaal ingedrukt) of rijdt, gaat
het waarschuwingslampje
instrumentenpaneel branden wanneer er iemand voorin de veiligheidsgordel niet
om heeft, om er de bestuurder en de voorpassagier op attent te maken dat ze de
gordel moeten vastmaken. Als de auto met een snelheid van meer dan 22 km/u
rijdt en de veiligheidsgordels nog steeds niet zijn vastgemaakt, gaat het
waarschuwingslampje knipperen en klinkt er een geluidssignaal. Het lampje gaat
uit en het geluidssignaal stopt zodra de veiligheidsgordels zijn vastgemaakt. Als
de gordels niet worden vastgemaakt, stopt het geluidssignaal na 100 seconden,
maar het waarschuwingslampje blijft aan.
Wanneer de bestuurder op zijn plaats zit (met het portier gesloten of het
rempedaal ingedrukt), gaat het waarschuwingslampje
veiligheidsgordel op het digitale instrumentenpaneel branden wanneer er iemand
op de achterbank de veiligheidsgordel niet om heeft, om er de passagiers achterin
op attent te maken dat ze de gordel moeten vastmaken. Nadat de
veiligheidsgordel is vastgemaakt, gaat het waarschuwingslampje uit.
Wanneer de veiligheidsgordels achterin niet zijn vastgemaakt:
•
Als de auto in beweging is terwijl de gordels achterin niet zijn vastgemaakt,
brandt het waarschuwingslampje gedurende 33 seconden voordat het
automatisch wordt uitgeschakeld.
voor de veiligheidsgordel op het digitale
Veiligheid
voor de
194