•
De verminderd zicht in donkere omgevingen, zoals bij zonsondergang, 's
nachts of in een tunnel, wat leidt tot slechte herkenning.
•
Plotselinge wijzigingen van de helderheid, zoals bij het in- of uitrijden van een
tunnel.
•
Het zicht van de camera's wordt verstoord door grote schaduwen van
gebouwen, het landschap of grote voertuigen.
•
Wanneer er direct licht op de camera gericht is.
•
Bij regen, sneeuw, mist, nevel en ander slecht weer.
•
Wanneer er uitlaatrook, spetters, sneeuw of stof van voorliggende voertuigen
op de camera's terechtkomt.
•
De camera's worden gehinderd door water, stof, kleine krassen, vet, vuil,
ruitenwissers, vorst of sneeuw op de voorruit.
•
De weg is nat.
Radars herkennen obstakels mogelijk niet en verminderen de werking van
Noodrem in sommige situaties, met inbegrip van maar niet beperkt tot:
•
Radars zijn fout geplaatst, worden geblokkeerd of worden bedekt door vuil, ijs,
sneeuw, metalen platen, tape, labels, bladeren of andere obstructies.
•
Radars of de omliggende gebieden zijn beschadigd door aanrijdingen of
krassen.
•
Zware regen, sneeuw, mist, nevel en ander extreem weer dat de
radarprestaties kan beïnvloeden
•
Valse waarschuwingen kunnen gegeven worden vanwege bepaalde metalen
hekken, middenstrepen of betonnen muren.
De LiDAR-sensor herkent obstakels mogelijk niet, wat de prestaties beïnvloedt of in
sommige situaties zelfs de niet bedoelde deactivering van Noodstop veroorzaakt,
met inbegrip van maar niet beperkt tot:
•
De positie van de LiDAR-sensor is gewijzigd.
•
Bij regen, sneeuw, mist, nevel en ander slecht weer.
•
De prestaties van de sensor zijn slecht vanwege uitlaatgassen, spatten,
sneeuw of stof afkomstig van voertuigen voor u.
•
Het voertuig rijdt op natte wegen of wegen met water.
•
De LiDAR-sensor wordt gehinderd door water, stof, kleine krassen, vet, vuil,
vorst, sneeuw of folie / beschermingsfolie voor lak op zijn venster.
Veiligheidsassistentie
240