Gebruiksaanwijzing
Veiligheid staat voorop
Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies op
pagina 2-5. Met behulp van deze informatie kunt u
letsel van uw gezinsleden, omstanders, dieren en u
zelf voorkomen.
Bedieningsorganen
Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
(fig. 7) voordat u de motor start en de machine
gebruikt.
Versnellingshendel
(Fig. 7)-De transmissie heeft vijf versnellingen
vooruit, een neutraalstand (vrij) en achteruit. De
versnellingshendel bevindt zich aan de rechterkant
van de bestuurder. Een veiligheidsschakelaar
voorkomt dat de motor kan worden gestart als de
versnelling niet in neutraal staat.
1
Figuur 7
1. Versnellingshendel
Koppelingspedaal
(Fig. 8)-Gebruikt in combinatie met de
versnellingshendel. Koppelingspedaal volledig
intrappen voor het schakelen van versnellingen en bij
gebruik van de rem.
Rempedaal
(Fig. 8)-Moet worden ingetrapt om de tractor af te
remmen of tot stilstand te brengen. Als het rempedaal
wordt ingetrapt, activeert een hefboom de remschijf
aan de transmissie-as. Bij gebruik van de rem altijd
het koppelingspedaal intrappen.
NB.:
Vermijden het rempedaal in te trappen
wanneer de koppeling ingeschakeld is,
daar de rem anders voortijdig verslijt.
Voet tijdens maaien niet op pedaal
laten rusten.
Parkeerrem
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de
machine stopt of deze onbeheerd achterlaat.
(Fig. 8)-De parkeerrem wordt in combinatie met het
rempedaal gebruikt. Als het rempedaal ingetrapt is,
houdt de parkeerremhendel het rempedaal in
ingetrapte positie en activeert een hefboom de
remschijf aan de transmissie-as.
Parkeerrem in werking stellen
1.
Rempedaal geheel intrappen en versnelling in
vrij schakelen.
2.
Parkeerremhendel omhoog bewegen en
rempedaal loslaten.
19