Montage
1. Zoek bij de cassette in de videorecorder het punt dat ongeveer 3 seconden
vóór de scène is die tussengevoegd moet worden. Zet de videorecorder bij
dat punt in de weergavepauzestand.
2. Druk op de camcorder op de PLAY toets en zoek het opnamestartpunt op.
Zet de camcorder bij dat punt in de weergavepauzestand.
• U kunt de weergavetoetsen op de camcorder of de speciale weergavefuncties op de
draadloze afstandsbediening gebruiken, net zoals bij gewone weergave.
3. Druk op de AV INSERT toets.
• In het display verschijnt AV INSERT en 2a.
4. Begin met de weergave van de cassette in de videorecorder.
5. Om te beginnen met tussenvoegen, drukt u op de PAUSE toets van de
camcorder.
• 2a verandert in 2.
6. Om met tussenvoegen te stoppen, drukt u op de STOP toets van de
camcorder.
• Het tussenvoegen stopt en de aanduiding AV INSERT verdwijnt uit het display. De
camcorder komt in de stopstand te staan.
• Als u i.p.v. op de STOP toets nu op de PAUSE toets drukt, dan wordt de AV
tussenvoeg-pauzefunctie ingeschakeld.
• Als u het nulstelgeheugen instelt op het punt op de band waar u wilt stoppen met
tussenvoegen, zal telkens wanneer u bij dat punt komt, de camcorder de AV
invoegfunctie uitschakelen en in de stopstand komen te staan.
7. Stop de weergave op de videorecorder.
Ne
87