Onderhoud
Voorzorgsmaatregelen
Vermijd hoge temperaturen en een hoge vochtigheidsgraad.
• Laat de camcorder bijvoorbeeld niet in een auto in warm weer achter.
• Wees ook voorzichtig met de hitte die veroorzaakt wordt door videolampen.
• Breng de camcorder niet een vochtige kamer binnen.
Vermijd plotselinge veranderingen in temperatuur.
• Condens kan zich vormen op de lens en inwendige onderdelen als de camcorder van een
koude naar een warme ruimte wordt overgebracht (
Richt de lens nooit op sterke lichtbronnen.
• Richt deze nooit op de zon en laat hem niet gericht staan op heldere onderwerpen.
• Wees in het bijzonder voorzichtig als de camcorder op een statief staat.
Vermijd magnetische of elektrische velden.
• Gebruik de camcorder niet vlak in de buurt van televisietoestellen, draagbare
communicatie-apparatuur of andere bronnen van elektrische of magnetische straling. Dit
kan storing in het beeld of permanente schade aan de camcorder veroorzaken.
Stel de camcorder niet bloot aan water.
• Gebruik een regenhoes als u opnamen maakt in lichte regen of mist.
• U loopt gevaar op elektrische schokken als water in de camcorder binnendringt — neem zo
snel mogelijk contact op met deskundig onderhoudspersoneel.
Bescherm de lens.
• Het objectief kan beschadigd worden door zand of stof — voorzichtigheid is geboden
onder deze omstandigheden.
Hanteer de camcorder met de nodige voorzichtigheid.
• Trillingen of stoten kunnen schade veroorzaken.
• Gebruik de zoeker of het LCD paneel niet als een draaghendel.
Knutsel niet aan de camcorder.
• Dit is bijzonder gevaarlijk daar u gevaar loopt op elektrische schokken — mocht de
camcorder niet goed werken laat hem dan nakijken door erkend onderhoudspersoneel.
f
104).
Ne
101