Startspray
Gebruik nooit een startspray of een vergelijkbaar
middel voor het starten van een motor die met een
luchtvoorverwarming (gloeielementen/startelement)
is uitgerust. Het startelement kan een explosie in de
inlaatspruitstuk veroorzaken. Hierdoor kan persoonlijk
letsel optreden.
Hete oppervlakken en vloeistoffen
Bij uitvoering van werkzaamheden aan warme mo-
toren bestaat altijd gevaar voor brandwonden. Wees
bedacht op hete oppervlakken. Bijvoorbeeld: de
uitlaatpijp, de turbocompressor, het carter, de luchtin-
laatleiding, het startelement, heet koelmiddel en hete
olie in olieleidingen en -slangen.
Koolmonoxidevergiftiging
Start de motor alleen in een goed geventileerde
ruimte. Als u de motor in een besloten ruimte start,
moet u voor een goede ventilatie zorgen om de uit-
laatgassen en de emissies van de carterventilatie uit
de werkruimte af te voeren.
Chemicaliën
De meeste chemicaliën (zoals antivries, roestwerend
middel, conserveringsolie, ontvettingsmiddel enzo-
voort) zijn schadelijk voor de gezondheid. Lees de
aanwijzingen op de verpakking en volg deze op.
Sommige chemicaliën zoals conserveringsolie zijn
daarnaast ontvlambaar en gevaarlijk bij inademing.
Zorg voor een goede ventilatie en gebruik draag altijd
een veiligheidsmasker tijdens het spuiten. Lees de
aanwijzingen op de verpakking en volg deze op.
Bewaar chemicaliën en andere gevaarlijke materialen
altijd buiten het bereik van kinderen. Geef gebruikte
of overgebleven chemicaliën altijd af bij een speciaal
afvaldepot om het milieu te sparen.
Koelsysteem
Tijdens werkzaamheden aan het buitenwatersysteem
bestaat gevaar voor binnendringing van water. Scha-
kel de motor uit en sluit de buitenwaterkraan voordat
u met de werkzaamheden aan het systeem begint.
Verwijder de vuldop voor het koelmiddel nooit wan-
neer de motor warm is. Hierdoor kan stoom of heet
koelmiddel vrijkomen en kunnen brandwonden
ontstaan.
Als voor bepaalde werkzaamheden de motor op
bedrijfstemperatuur moet zijn en de vuldop voor het
koelmiddel of een kraan moet worden geopend dan-
wel een koelmiddelslang moet worden ontkoppeld,
draait u de vuldop voor het koelmiddel voorzichtig
en langzaam los om de druk te laten ontsnappen en
opent u de dop vervolgens volledig. Bedenk dat het
koelmiddel nog steeds heet kan zijn en brandwonden
kan veroorzaken.
Smeersysteem
Hete olie kan brandwonden veroorzaken. Zorg ervoor
dat u geen hete olie op de huid krijgt. Controleer altijd
of de druk van het smeersysteem is weggenomen
alvorens hier werkzaamheden aan uit te voeren. Start
de motor nooit en laat deze evenmin draaien wan-
neer u de olievuldop hebt verwijderd. Hierdoor kan
namelijk olie naar buiten spuiten.
Brandstofsysteem
Draag altijd werkhandschoenen wanneer u lekkages
opspoort. Onder druk vrijkomende vloeistoffen kun-
nen het huidweefsel binnendringen en ernstig letsel
veroorzaken. Verder bestaat er gevaar voor bloedver-
giftiging.
Dek altijd de dynamo af wanneer deze onder het
brandstoffilter is geplaatst. De dynamo kan namelijk
schade oplopen als deze met brandstof in contact
komt.
Elektrische installatie
Stroom uitschakelen
Zet altijd de motor uit en verbreek altijd de stroom
met de hoofdschakelaars alvorens werkzaamheden
aan de elektrische installatie uit te voeren. Verbreek
de walstroom naar de motorblokverwarming, accula-
der of accessoires die op de motor zijn aangebracht.
Accu's
De accu's bevatten een uiterst bijtend elektrolyt.
Bescherm uw huid en kleding tijdens het opladen of
vervoer van accu's. Draag altijd een veiligheidsbril en
handschoenen.
Als u accuvloeistof op de huid krijgt, moet u deze
onmiddellijk met een ruime hoeveelheid water en
zeep wassen. Als u accuzuur in de ogen krijgt, moet
u deze onmiddellijk met een ruime hoeveelheid water
spoelen en direct medische hulp inroepen.
Veiligheidsmaatregelen
7