Motor stoppen
U kunt de motor het beste enkele minuten stationair (in de neutraalstand) laten draaien voordat u deze uitscha-
kelt. Hierdoor wordt voorkomen dat het koelmiddel gaat koken en er ongelijke temperaturen optreden. Dit is
vooral van belang als u de motor op hoge toerentallen en onder hoge belastingen hebt gebruikt.
Stoppen
Druk de stopknop () in tot de motor afslaat.
Na uitschakeling van de motor
1
Inspecteer de motor en motorruimte op eventuele
●
lekkages.
Sluit de brandstofkraan en de buitenwaterkraan
●
voor de koelwaterinname.
Belangrijk! Vergeet deze kranen niet opnieuw
te openen voordat u de motor opnieuw start.
Lees de urenteller af en verricht preventief onder-
●
houd overeenkomstig het onderhoudsschema.
Zet de hoofdschakelaar uit als u de boot langere
●
tijd niet gebruikt.
BELANGRIJK! Als de motor draait, mag u de
stroom nooit met de hoofdschakelaars verbre-
ken. Hierdoor kunt u de dynamo beschadigen.
Opleggen
Als u de boot gedurende een langere periode niet
gebruikt maar wel in het water laat liggen, moet u
de motor ten minste één keer in de 4 dagen tot de
bedrijfstemperatuur laten warmdraaien. Dit voorkomt
dat er corrosie in de motor optreedt. Als u de boot
langer dan twee maanden niet gebruikt, moet u de
conservering uitvoeren: Zie het hoofdstuk "Opleggen/
te water laten".
Voorzorgsmaatregelen voor koud
weer
Om vorstschade te voorkomen, moet het buitenwa-
tersysteem worden afgetapt en moet het koelmiddel
in het binnenwatersysteem voldoende vorstwerend
zijn. Zie het onderdeel "Koelsystemen" in het hoofd-
stuk Onderhoud.
BELANGRIJK! Een zwak geladen accu kan
stukvriezen.
33