Veiligheidsmaatregelen
Veiligheidsmaatregelen voor onderhouds- en service-werkzaamheden
Voorbereidingen
Kennis
Het handboek voor de eigenaar bevat instructies
waarmee u een aantal algemene onderhouds- en
service-werkzaamheden op een veilige en correcte
wijze kunt uitvoeren. Lees deze instructies zorgvuldig
door voordat u met de werkzaamheden begint.
Servicedocumentatie over meer gecompliceerde
operaties is verkrijgbaar via uw Volvo Penta-dealer.
Verricht nooit werkzaamheden aan de motor als u
niet zeker weet hoe deze moeten worden uitgevoerd.
In dergelijke gevallen kunt u het beste contact opne-
men met uw Volvo Penta-dealer die gaarne bereid is
u te helpen.
Motor uitzetten
Zet altijd de motor uit voordat u motorluiken opent
of verwijdert. Tenzij anderszins wordt aangegeven,
moeten alle onderhouds- en servicewerkzaamheden
bij uitgeschakelde motor worden uitgevoerd.
Om te voorkomen dat de motor per ongeluk wordt
gestart, verwijdert u de contactsleutel, sluit u bij de
hoofdschakelaar de stroomtoevoer naar de motor
af en vergrendelt u de schakelaar in de OFF-stand
alvorens met de werkzaamheden te beginnen. Plaats
een waarschuwing bij het bedieningspunt om aan te
geven dat er werkzaamheden aan de motor worden
uitgevoerd.
Het naderen van of werken aan een draaiende motor
levert altijd veiligheidsrisico's op. Losse kledingstuk-
ken, haar, vingers of vallende gereedschappen
kunnen in de roterende delen van de motor terecht
komen en ernstig letsel veroorzaken. Om deze reden
raden wij u aan alle werkzaamheden die bij een
lopende motor moeten worden uitgevoerd, door een
erkende Volvo Penta-werkplaats te laten uitvoeren.
Motor optakelen
Wanneer u de motor optakelt, moet u gebruik maken
van de hijsogen die op de motor (en de eventueel
aanwezige keerkoppeling) zijn aangebracht. Con-
troleer altijd of de takelapparatuur in goede staat
verkeert en krachtig genoeg is voor het optakelen
(van het motorgewicht en eventuele extra uitrusting).
Takel de motor omwille van de veiligheid altijd op met
behulp van een verstelbare takelbalk. Alle kettingen
en kabels moeten parallel aan elkaar lopen en zo
haaks mogelijk op de bovenkant van de motor staan.
Bedenk dat het zwaartepunt van de motor door even-
tuele extra aangebrachte apparatuur kan zijn ver-
schoven. In dat geval kan een speciale takeluitrusting
nodig zijn om het juiste evenwicht te handhaven en
de motor veilig te kunnen verplaatsen. Verricht nooit
werkzaamheden aan een motor die in een takelin-
richting hangt.
6
Alvorens de motor te starten
Zet alle afschermingen die u tijdens de onder-
houdswerkzaamheden hebt verwijderd opnieuw
vast voordat u de motor start. Controleer of u geen
gereedschappen of andere voorwerpen op de motor
hebt achtergelaten.
Start een turbomotor nooit zonder dat het luchtfilter
is aangebracht. De draaiende compressorwiel in
de turbo kan ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
Bovendien kunnen er vreemde voorwerpen naar bin-
nen worden gezogen die het compressorwiel kunnen
beschadigen.
Brand en explosies
Brandstof en smeerolie
Alle brandstoffen, de meeste smeermiddelen en veel
chemicaliën zijn ontvlambaar. Lees de aanwijzingen
op de verpakking en volg deze op.
Zorg ervoor dat de motor koud is wanneer u werk-
zaamheden aan het brandstofsysteem wilt uitvoeren.
Als u brandstof op een heet oppervlak of elektrische
onderdelen morst, kan er brand optreden.
Berg met brandstof doordrenkte lappen en andere
brandbare materialen zodanig op dat deze geen vlam
kunnen vatten. Onder bepaalde omstandigheden
kunnen lappen die met olie zijn doordrenkt spontaan
vlamvatten.
Rook nooit tijdens het tanken van brandstof of het bij-
vullen van olie, danwel in de buurt van een vulstation
of in de motorruimte.
Niet-originele onderdelen
De onderdelen die in het brandstof- en onstekings-
systeem (benzinemotoren) en de elektrische installa-
ties van Volvo Penta-producten worden gebruikt, zijn
ontworpen en vervaardigd om de kans op brand en
explosies zo klein mogelijk te houden.
Het gebruik van andere onderdelen dan originele
Volvo Penta-onderdelen kan tot brand of explosies
leiden.
Accu's
De accu's bevatten een uiterst explosief mengsel van
zuurstof en waterstofgas (knalgas) dat vooral tijdens
het opladen kan vrijkomen. Dit gas is licht ontvlam-
baar en buitengewoon brandbaar.
Rook nooit in de buurt van de accu's of het accucom-
partiment en vermijd eveneens open vuur en vonken
op deze plaatsen.
Wanneer accu- of startkabels onjuist worden aange-
sloten, kan er vonken optreden die op hun beurt tot
een explosie kunnen leiden.