Ingeval van nood
Ondanks regelmatig onderhoud conform het onderhoudsschema en een perfecte bediening, kunnen er storin-
gen ontstaan waaraan aandacht moet worden besteed voordat de boot verder kan varen. Dit hoofdstuk bevat
tips om enkele van de mogelijke storingen te herstellen.
C B
A
D
Starten met hulpaccu's
WAARSCHUWING! Accu's produceren knal-
gas. Dit gas is bijzonder vluchtig en ontvlam-
baar. Een kortsluiting, open vlam of vonk kan
een grote explosie veroorzaken. Zorg voor een
goede ventilatie.
Verwissel nooit de positieve en negatieve polen
van de accu. Hierdoor kunnen vonken ontstaan
waardoor een explosie kan optreden.
1. Controleer of de nominale spanning van de hulp-
accu's overeenkomt met de systeemspanning van
de motor.
2. Verbind de rode startkabel eerst met de pluspool
(A) van de lege accu en vervolgens met de plus-
pool (B) van de hulpaccu.
3. Verbind de zwarte startkabel eerst met de min-
pool (C) van de hulpaccu en vervolgens met een
locatie (D) met een goed contact met het cilinder-
blok zo ver mogelijk uit de buurt van de lege accu.
4. Start de motor en laat deze gedurende circa tien
minuten op een hoog stationair toerental lopen
om de accu op te laden.
WAARSCHUWING! Het naderen van of werken
aan een draaiende motor is gevaarlijk. Kijk uit
voor roterende onderdelen en hete oppervlak-
ken.
Raak de aansluitingen niet aan terwijl u de
motor start: hierdoor kunnen vonken optreden.
Leun niet over de accu's.
5. Zet de motor uit. Ontkoppel de startkabels in
exact de omgekeerde volgorde als waarin u deze
heeft aangesloten.
63