3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.
5. Breng de lampfitting aan (samen
met de gloeilamp) door deze vast
te drukken.
6. Monteer de lampeenheid voor
kentekenverlichting door de sch-
roeven aan te brengen.
Vervangen van gloeilamp
voor remlicht/achterlicht of
van gloeilamp voor achterste
richtingaanwijzer.
1
1. Schroeven (x2)
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
Gloeilamp remlicht/achterlicht
1. Verwijder de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roeven los te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de
schroeven aan te brengen.
DAUS1130
Gloeilamp achterste
richtingaanwijzer
1. Verwijder de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roeven los te draaien.
2. Verwijder de lamplens van de lin-
ker of rechter richtingaanwijzer
door deze naar achteren te trek-
ken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
1
4. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.
5. Monteer de lamplens van de rich-
6. Monteer de lamplens van het
LET OP
Zet de schroeven niet overdreven
strak vast, anders kan de lamplens
breken.
6-22
tingaanwijzer.
remlicht/achterlicht door de sch-
roeven vast te draaien.
DCA10680
6