15.1 Halfautomatische
bediening
van zaairad-rijsporenschakeling
Het bedienen
gebeurd
vanaf de traktor zitplaats,
door te trekken
aan een touw (fig. 55/1).
Aan het eind van het perceel kan men zo het schakelen
uitvoeren.
15.2 Volautomatische
bediening
van zaairad-rijsporenschakeling
Dient automatisch
doorgeschakelt
te worden
dan wordt
het andere
einde van het touw
(fig. 55/2) op een vast punt onder aan de traktor vastgemaakt.
Bij het heffen van de machine
met de driepuntshefinrichting
van de traktor,
wordt
het
touw gespannen,
zodat het schakelen
automatisch
plaats heeft. Het vrije einde van het
touw
(fig. 55/1)
wordt
bij de bestuurderszitplaats
gelegd.
Daardoor
is met de hand
corrigeren
mogelijk
wanneer
onjuiste
schakelingen
zijn uitgevoerd.
Bij automatische
bediening
dient de lengte
van het touw zodanig
vastgemaakt
te zijn
dat bij volledig
opheffen
van de machine
het touw
aan bevestigingsplaats
(fig. 55/3)
zo ver gespannen
wordt, tot de schakelkast
doorschakelt.
41