Bij de bandenspanningsmeters
van tankstations vindt geen
temperatuurcompensatie
plaats, de gemeten ban-
denspanning is afhankelijk
van de bandentemperatuur.
Daardoor komen de daar
weergegeven waarden in de
meeste gevallen niet overeen
met de waarden die op het
TFT-display weergegeven
worden.
Aanpassing van de
bandenspanning
Vergelijk de RDC-waarde op
het TFT-display met de waarde
op de achterkant van de om-
slag van de handleiding. De
afwijking tussen beide waarden
moet met de bandenspannings-
meter van het tankstation wor-
den gecompenseerd.
Voorbeeld
Volgens de handleiding moet
de bandenspanning de vol-
gende waarde hebben:
2,5 bar
Op het TFT-display wordt de
volgende waarde weergege-
ven:
2,3 bar
Het volgende ontbreekt dus:
0,2 bar
Voorbeeld
Het testapparaat in het tank-
station toont:
2,4 bar
Om de juiste bandenspanning
te bereiken, moet deze naar
de volgende waarde worden
verhoogd:
2,6 bar
ADAPTIEVE BOCHTVERLICH-
TING
met adaptieve bochtverlich-
ting
SU
Hoe werkt de adaptieve
bochtverlichting?
De standaard gemonteerde di-
meenheid in de koplamp be-
staat uit twee reflectoren, die
m.b.v. LED het dimlicht ver-
zorgen. Rijhoogtesensoren op
de voorwiel- en achterwielop-
hanging leveren gegevens voor
de permanente koplampver-
stelling. Door de knikcompen-
satie behoudt de lichtbundel
bij rechtuitrijden altijd het op-
timale, vooraf ingestelde be-
reik, onafhankelijk van rij- en
ladingstoestand. Met de adap-
tieve bochtverlichting wordt de
dimlichteenheid bovendien af-
hankelijk van de scheefstand
via een as gedraaid en op deze
155