140
RIJDEN
Banden
Nieuwe banden hebben een
glad oppervlak. Ze moeten dan
ook met een beheerste rijstijl
door het inrijden met wisse-
lende overhellingshoeken wor-
den ingereden. Pas na het inrij-
den is de volledige grip van het
loopvlak bereikt.
WAARSCHUWING
Verlies van grip van nieuwe
banden bij een natte rijbaan
en bij extreme schuinligging
Gevaar voor ongevallen
Anticiperend rijden en ex-
treme schuinligging vermij-
den.
REMMEN
Hoe wordt de kortst
mogelijke remweg bereikt?
Bij een remactie verandert de
dynamische lastverdeling tus-
sen voor- en achterwiel. Hoe
sterker wordt afgeremd, hoe
zwaarder het voorwiel wordt
belast. Hoe hoger de wiellast,
hoe hoger de remkracht die
kan worden overgedragen.
Om de kortst mogelijke rem-
weg te bereiken, moet de voor-
wielrem krachtig en progres-
sief worden bediend. Daardoor
wordt de dynamische belas-
tingsverhoging op het voorwiel
optimaal benut. Wanneer de
remdruk plotseling en met een
hoge druk wordt uitgeoefend,
kan de dynamische lastverde-
ling de toegenomen vertraging
niet meer volgen en kan de
remkracht niet volledig op het
wegdek worden overgebracht.
Pasafdalingen
WAARSCHUWING
Uitsluitend remmen met de
achterwielrem tijdens het
bergaf rijden.
Verlies van de remwerking.
Vernieling van de remmen
door oververhitting.
Voor- en achterrem bedie-
nen en energieterugwinning
gebruiken.
Zie voor uitgebreide informatie
over energieterugwinning het
hoofdstuk "Techniek in detail"
vanaf pagina (
Natte en verontreinigde
remmen
Vocht en vuil op de remschij-
ven en de remblokken leiden
tot een vermindering van de
remwerking.
In de volgende situaties moet
rekening worden gehouden
met een vertraagde of slech-
tere remwerking:
151).