stand) gezet. Het laadproces
wordt voortgezet
met snellader
Op het display wordt weerge-
geven of eenfasig 1 of driefa-
sig 2 geladen wordt.
Op de meldingen op de op-
laadkabel letten.
Branden de LED's 1 en 3, dan
wordt het opladen op basis
van een te hoge temperatuur
onderbroken – knippert te-
vens de LED 2 dan wordt het
voertuig langzaam verder op-
geladen. Brandt de LED 1 en
knippert de LED 3, dan wordt
het opladen als gevolg van
een te hoge temperatuur in
SU
de netstekker onderbroken.
De volgende teststappen wor-
den uitgevoerd:
Controleren op aanwezige
randaardeverbinding
Controleren van de voorwaar-
den voor het correct opladen
Om de huidige oplaadtoe-
stand weer weer te geven, de
toets
kort indrukken.
MENU
Is de oplaadtijd langer dan
verwacht, de ingestelde laad-
stroombegrenzing controle-
ren.
Opladen beëindigen
Voorwaarde
Bij het beëindigen van het laad-
proces beslist de volgorde van
de volgende stappen in acht
nemen.
Voorwaarde
Wanneer via een laadstation
wordt opgeladen, voor het los-
trekken van het laadsnoer het
laadproces op het laadstation
beëindigen.
Rijklaarmodus inschakelen.
Het laadsnoer is van de E-
Scooter ontgrendeld.
127