rijbaantoestand en rijdynamiek
kan een te hoog recuperatie-
koppel de slip op het achter-
wiel aanzienlijk vergroten en de
rijstabiliteit verminderen. De
stabiliteitscontrole bij recupera-
tie begrenst de te grote slip op
het achterwiel tot een veilige,
modusafhankelijke doelslip.
Oorzaken voor te veel slip op
het achterwiel:
Recuperatie op rijbaan met
lage wrijvingscoëfficiënt (bijv.
natte bladeren).
Hard aanremmen bij een
sportieve rijstijl.
Net als de tractiecontrole
BMW Motorrad DTC vergelijkt
de regeneratie-stabiliteitscon-
trole de uit de wieltoerentallen
en de wielomtrek berekende
wielomtreksnelheden van
het voor- en achterwiel. Aan
de hand van het verschil in
snelheid kan de stabiliteitscon-
trole bij recuperatie de slip en
daarmee de stabiliteitsreserve
bij het achterwiel bepalen.
Overstijgt de slip de betref-
fende grenswaarde, dan wordt
het recuperatiekoppel geredu-
ceerd. De slip wordt vermin-
derd en de motorfiets gestabili-
seerd.
Werking van de
stabiliteitscontrole bij
recuperatie
In de rijmodi ECO, RAIN en
ROAD: Maximale stabiliteit.
met rijmodi Pro
In de rijmodus DYNAMIC: Ten
opzichte van de rijmodi RAIN
en ROAD gereduceerde in-
greep.
RIJMODUS
Selectie
Om de E-Scooter aan de rij-
baantoestand en aan de ge-
wenste rijbeleving aan te pas-
sen, kan uit de volgende rij-
modi worden gekozen:
Standaard
ECO
RAIN
ROAD (Standaardmodus)
met rijmodi Pro
Met rijmodi Pro
DYNAMIC
Voor elk van deze rijmodi is
een afgestemde instelling voor
de systemen ABS, DTC, stabi-
liteitscontrole bij recuperatie
en voor de reactie op de gas-
hendel en energieterugwinning
aanwezig.
151
SU
SU