INSTRUCTIES VOOR DE VERANTWOORDELIJKE VAN DE FIRMA
HET WERKTERREIN
Een goed beheer van het werkbereik van de hoogwerker reduceert het gevaar voor ongevallen:
• Terrein met zo weinig mogelijk oneffenheden en hindernissen.
• Geen te sterke hellingen.
• Gecontroleerde beweging van voetgangers, etc.
DE BEDIENER
- De hoogwerker mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden gebruikt dat hiervoor toestemming heeft gekregen.
Voornoemde toestemming moet schriftelijk worden gegeven door de bevoegde verantwoordelijke van het bedrijf waar
de hoogwerker wordt gebruikt en de bediener moet deze toestemming altijd bij zich hebben.
Volgens de ervaring kunnen er bepaalde contra-indicaties optreden wat betreft het gebruikt van de heftruck.
Deze vormen van afwijkend gebruik, waarvan de belangrijkste hieronder staan vermeld, zijn absoluut verboden.
- Een voorspelbaar afwijkend gedrag dat voortvloeit uit een normale onachtzaamheid maar dat niet voortvloeit uit de wil het materiaal opzettelijk onjuist te gebruiken.
- De reflexen van een persoon in geval van storing, incident, defect enz... tijdens het gebruik van de heftruck.
-Het gedrag dat voortvloeit uit de toepassing van het principe van de "weg van de minste weerstand" tijdens het uitvoeren van werkzaamheden.
-Bij bepaalde machines, het voorspelbare gedrag van bepaalde personen zoals leerlingen, pubers, gehandicapten, stagiaires die graag een heftruck zouden willen
besturen en van bedieners die de heftruck willen gebruiken omdat zij een weddenschap of een wedstrijd zijn aangegaan of om zelf ervaring op te doen.
- De verantwoordelijke van het materiaal moet met deze criteria rekening houden bij het inschatten van de rijvaardigheid en -geschiktheid van de personen.
DE HOOGWERKER
A - GESCHIKTHEID VAN DE GONDEL VOOR HET GEBRUIK
- MANITOU heeft zich overtuigd van de gebruiksgeschiktheid van deze hoogwerker bij normale gebruiksvoorwaarden zoals
beschreven in deze instructiehandleiding met een testcoëfficiënt bij OVERBELASTING VAN 1,25 en een FUNCTIONELE
testcoëfficiënt van 1,1 zoals bepaald in de geharmoniseerde norm EN 280 voor PEMP (Verplaatsbaar platform om
personeel op werkhoogte te brengen). Voor de indienststelling moet de gebruiker van de vestiging controleren of de
hoogwerker geschikt is voor de uit te voeren werken en moet bepaalde tests uitvoeren (volgens de geldende wetgeving).
B - AANPASSEN VAN DE HOOGWERKER AAN DE NORMALE OMGEVINGSVOORWAARDEN
- Buiten de serie uitrustingen die op uw hoogwerker zijn aangebracht, staan er talrijke opties tot uw beschikking zoals:
zwaailicht, werklichten enzovoort. Raadpleeg uw dealer.
- Men moet rekening houden met de weersomstandigheden op de plaats van gebruik.
• Bescherming tegen vorst (
• Aanpassen van de smeermiddelen (neem contact op met uw dealer).
• Filtreren van de verbrandingsmotor (
- De machines gebouwd door MANITOU zijn ontworpen voor gebruik in de volgende temperatuurbereiken:
• Minimumtemperatuur: -15°C
• Maximale temperatuur: +35°C
- Speciale toepassingen zijn optioneel voorzien voor bijzonder koude omgevingen.
BELANGRIJK
In de fabriek worden de smeermiddelen gevuld voor gebruik bij een matig klimaat, te weten: -15°C tot +35°C.
Wat betreft gebruik bij hogere of lagere temperaturen moet men alvorens de heftruck te starten, de smeermiddelen aftappen en opnieuw vullen met speciale
smeermiddelen die overeenkomen met de omgevingstemperatuur. Hetzelfde geldt voor het koelmiddel.
- Als de hoogwerker wordt gebruikt op plaatsen waar geen brandblusmiddelen beschikbaar zijn, moet men een
individuele brandblusser op de heftruck aanbrengen, raadpleeg uw dealer.
BELANGRIJK
De hoogwerker is ontworpen voor gebruik buiten bij normale weersomstandigheden en binnen in goed geventileerde ruimtes. Het is verboden de hoogwerker te
gebruiken op plaatsen waar brand- of ontploffingsgevaar bestaat (bijvoorbeeld raffinaderijen, brandstof- of gasopslagplaatsen, plaatsen waar ontvlambare producten
worden opgeslagen.). Voor het gebruik op dit soort plaatsen zijn er speciale uitrustingen beschikbaar (neem contact op met uw dealer).
- over het gewenste gedrag bij een brand.
- over de aanwezigheid van een eerstehulpkit en een brandblusser.
- over de noodnummers die u moet verwittigen (artsen, ziekenwagen, hospitaal en brandweer).
3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF).
3 - ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN).
BELANGRIJK
BELANGRIJK
INFORMEER U:
1 - 4