CONTROLEREN/REGELEN
- De kap van de bovenwagen links openen.
- De staat van de riem op slijtagesporen of barstjes controleren en de riem zo nodig
vervangen (
500U: VERVANGEN
- De spanning tussen de poelies van de krukas en de alternator controleren. Onder
druk van de duim (98 N), moet de spanning A tussen 7 en 9 mm bedragen.
- Stel de spanning indien nodig bij:
• De schroeven 1 twee of drie slagen losdraaien.
• De dynamo in zijn geheel draaien totdat men de juiste riemspanning heeft
verkregen.
• Schroeven 1 vastdraaien.
REINIGEN
- De kap van de bovenwagen links openen.
- De kraan 1 van de brandstoffilter in positie B (OFF) sluiten.
- De buitenkant van de filter zorgvuldig schoonmaken evenals zijn houder, om te
voorkomen dat er stof in het systeem kan doordringen.
- De borgring 2 losdraaien en de kuip 3.
- De filtervulling 4 verwijderen en dompelen in dieselolie om deze schoon te maken.
- De binnenkant van de kuip schoonmaken met een kwast die in schone dieselolie
is gedompeld.
- Het geheel opnieuw monteren.
- De kraan 1 van de brandstoffilter in positie A (ON) openen.
- Het voedingssysteem van de brandstof doorblazen (
Spanning van de alternatorriem / ventilator / krukas
Alternatorriem/ventilator/krukas).
Patroon van de brandstof filter
OCCASIONEEL ONDERHOUD).
3 - 24
A
1
1
A
B
1
4
3
2