COMMANDO'S: ROTATIE BOVENWAGEN, HOOFDARM, UITSCHUIFBARE ARM, SLINGERARM, HELLING/PENDELING
MAND EN ROTATIE MAND
OPMERKING: De verbrandingsmotor is gestart.
BEDIENINGSMAND OP DE GROND:
- De selectieschakelaar van de commando's op de grond/in de mand niet aanraken. De commando's één voor één testen.
Resultaat:
• Het mag niet mogelijk zijn om een commando te activeren.
- De selectieschakelaar van de commando's op de grond/in de mand indrukken en naar rechts houden. De commando's
één voor één testen.
Resultaat:
• Het moet mogelijk zijn om alle commando's te activeren.
BEDIENINGSPANEEL IN DE MAND:
- Het pedaal niet aanraken. De commando's één voor één testen.
Resultaat:
• Het mag niet mogelijk zijn om een commando te activeren.
- Druk op het pedaal en houd dit ingedrukt. De commando's één voor één testen.
Resultaat:
• Het moet mogelijk zijn om alle commando's te activeren.
- Zet de machine in transportstand. Zet de bovenwagen en de mand in neutrale stand.
COMMANDO'S: LEIDING/REMMEN/STUREN (TRANSPORTPOSITIE)
OPMERKING: De verbrandingsmotor is gestart.
- De slingerarm lichtjes opheffen voor een goede zichtbaarheid.
- De snelheid SCHILDPAD selecteren.
- Het pedaal niet aanraken. Druk op de veer van de bedieningshendel en houd deze ingedrukt. Probeer te rijden en te sturen.
- Druk het pedaal in en houd het ingedrukt. De veer van de bedieningshendel niet indrukken. Probeer te rijden en te sturen.
Resultaat:
• Het mag niet mogelijk zijn om de commando's te activeren.
- Druk het pedaal in en houd het ingedrukt. De veer van de bedieningshendel niet indrukken. Probeer te rijden en te sturen.
- Rijd naar voren, stuur naar links/rechts en rem. Achteruit rijden en remmen.
- Selecteer de snelheid HELLEND VLAK en voer de test opnieuw uit. Selecteer de snelheid HAAS en voer de test opnieuw uit.
Resultaat:
• Het rijden en sturen moeten correct verlopen?.
• De remmen moeten correct werken.
220 TJ+ ALLEEN:
- Test de stuurmodi: 4 AANDRIJFWIELEN, 2 AANDRIJFWIELEN EN KRABBEGANG IN SCHILDPAD-snelheid.
Resultaat:
• De stuurmodi moeten correct werken.
POSITIESENSORS VAN DE BOVENARM EN DE UITSCHUIFBARE ARM
OPMERKING: De verbrandingsmotor is gestart.
- De snelheid SCHILDPAD selecteren.
- Vooruit rijden over een korte afstand. Evalueren en de snelheid van de hoogwerker onthouden.
- De hoofdarm gedurende 3 seconden opheffen.
- Vooruit rijden over een korte afstand.
Resultaat:
• De rijsnelheid moet de snelheid in "werkstand" zijn.
- Laat de hoofdarm volledig neer.
- Vooruit rijden over een korte afstand.
Resultaat:
• De rijsnelheid moet de snelheid "SCHILDPAD" zijn.
- De uitschuifbare arm gedurende 3 seconden uitschuiven.
- Vooruit rijden over een korte afstand.
Resultaat:
• De rijsnelheid moet de snelheid in "werkstand" zijn.
- Trek de telescopische arm weer volledig in.
3 - 13