7 - ONDERHOUD
Ruitensproeierreservoir
Het ruitensproeierreservoir (1), bevindt zich in een speciaal
compartiment aan de voorzijde van de cabine.
Verwijder de vuldop en vul naar behoefte bij met rui-
tersproeiervloeistof. Plaats de dop terug.
OPMERKING: Verwijder nooit de rubberen slang van de
ruitensproeiermotor want door de invloed van de zwaarte-
kracht stroomt de vloeistof dan door de motor.
OPMERKING: Gebruik een professionele reinigingsvloei-
stof SC35 verdund met water zoals vereist in verband met
de gebruikstemperatuur. Met een 50 - 50 oplossing van
reinigingsmiddel en water kan de vloeistof niet bevriezen
tot -10 °C (14.0 °F) . Gebruik bij lagere temperaturen, pure
1
LEIL13TLH0444AB
onverdunde vloeistof.
7-67