7 - ONDERHOUD
OM DE 1000 UUR
Aandrijfriem
Controleer de toestand van de aandrijfriem, verzeker u er-
van dat de riem niet gerafeld is en vrij is van kartels en
scheuren. Een correct gespannen riem buigt door wan-
neer 13 - 19 mm (0.5 - 0.7 in) met de hand druk wordt uit-
geoefend in het midden tussen de dynamo en de riemschijf
van de krukas. Als de riem (1) moet worden afgesteld,
draait u de moer los en (2) verdraait de stelschroef (3) om
de riemspanning af te stellen. Haal de bevestigingsbouten
van de trekinrichting na afstelling aan met een koppel van
27.0 N·m (19.9 lb ft).
LET OP: Als u de dynamo weg wilt nemen van de motor,
oefen dan alleen druk uit op de voorste behuizing. Oefen
geen druk uit op de achterste behuizing; dit kan leiden tot
1
LEIL13TLH0426AB
beschadiging. Houd u ook aan de dynamoveiligheidsmaat-
regelen in deze sectie.
7-42