Parkeerrem
LET OP: Schakel de parkeerrem niet in als de machine
in beweging is om schade aan mechanische onderdelen
te voorkomen.
Telkens wanneer de machine wordt gestopt, drukt u op de
knop op de joystick om de neutraalstand te selecteren en
schakelt u de parkeerrem (1) in.
Elke keer dat de motor van de machine wordt gestart, is
de parkeerrem ingeschakeld, onafhankelijk van de stand
van de knop (1).
De parkeerrem is uitgeschakeld wanneer de lamp (2) niet
meer brandt.
Wanneer de parkeerrem is ingeschakeld, kunt u geen en-
kele versnelling selecteren.
Motorwerking
LET OP: Bepaalde functies van de machine zijn aange-
merkt als kritiek. In het geval van een defect, klinkt er een
alarmsignaal en gaat er een waarschuwingslampje bran-
den tot het defect is verholpen of tot de start/stop-schake-
laar in de uitgeschakelde stand wordt gezet. Deze func-
ties zijn:
• Transmissieoliedruk.
• Motoroliedruk
• Oliepeil in het remreservoir.
Wanneer er sprake is van een storing in een van de bo-
vengenoemde functies terwijl de motor draait, moet u de
machine stoppen en de storing verhelpen.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-68
25
LEIL13TLH0541AB
26
LEIL13TLH1704AB