Inhoudsopgave
Advertenties
1. Ride Control (optioneel)
Met een tweestandenschakelaar kunt u de Ride Control-
functie inschakelen. Deze functie zorgt ervoor de giek
mindert trilt tijdens het rijden met een last op oneffen ter-
rein. Bij de eerste activering wordt de functie alleen inge-
schakeld als de giek volledig is neergelaten.
De functie wordt tijdelijk uitgeschakeld als de kantelfunc-
tie wordt gebruikt of als de giek wordt neergelaten.
De functie wordt alleen geactiveerd als de hoogte van de
giek lager is dan 3 m (gemeten vanaf de onderzijde van
de vorken tot aan de grond).
De LED op de schakelaar gaat branden wanneer de func-
tie is geactiveerd.
2. Giekvlotter (optioneel)
Met een tweestandenschakelaar kunt u de giekvlotter in-
schakelen. Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt
u het werktuig aan de giek neerlaten op de grond met
behulp van de zwaartekracht wanneer er geen druk is in
de hefcilinders van de giek. Deze functie is zeer geschikt
voor bijvoorbeeld het nivelleren van een terrein (grondrei-
niging), of wanneer de giek in vlottende stand moet kun-
nen staan om de oneffenheden in het terrein te volgen.
De functie kan alleen worden ingeschakeld in de werk-
modus en wanneer de giek in de horizontale stand staat.
De LED op de schakelaar gaat branden wanneer de func-
tie is geactiveerd.
3. Extra hydraulische functie: continu de-
biet (optioneel)
Met een tweestandenschakelaar kunt u de functie voor
continu debiet inschakelen. Wanneer de functie is inge-
schakeld, stroomt er ononderbroken olie naar het 4e hy-
draulische systeem voor hulpapparatuur wanneer u de
tuimelschakelaar in een van beide richtingen drukt. U
hoeft de schakelaar niet ingedrukt te houden. Om de
functie tijdelijk uit te schakelen, drukt u de tuimelschake-
laar in tegenovergestelde richting van de eerder gekozen
richting.
Om de functie volledig uit te schakelen moet u de debiet-
schakelaar voor de extra functies in de uitgeschakelde
stand zetten.
De functie kan alleen worden ingeschakeld in de WERK-
MODUS en wanneer de MOTOR IS INGESCHAKELD.
De LED op de schakelaar gaat branden wanneer de func-
tie is geactiveerd.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
Elite-model
De functie wordt bediend met een driestandenschake-
laar:
• Stand UIT (stabiele stand).
• Continu debiet inschakelen (stabiele stand).
• Snelheid continu debiet ingesteld (onstabiele stand).
Na activering van de functie moet u de gewenste stroom-
snelheid voor de olie instellen door de roller in de gewen-
ste stand te drukken en de schakelaar voor het instellen
van de snelheid gedurende enige tijd in te drukken. Deze
functie blijft geactiveerd zolang de schakelaar voor con-
tinu debiet is geactiveerd of zolang de joystick opnieuw
uit de neutraalstand staat.
OPMERKING: Als de schakelaar voor continu debiet is
geactiveerd tijdens het starten van de machine, dan kan
de functie pas worden ingeschakeld wanneer de schake-
laar eerst in de uitgeschakelde stand en vervolgens weer
in de ingeschakeld stand wordt gezet.
Als de schakelaar voor continu debiet is geactiveerd tij-
dens het starten van de machine, dan kan de functie
niet worden geactiveerd en verschijnt er een foutcode op
het instrumentenpaneel. De foutcode verdwijnt zodra de
schakelaar in de uitgeschakelde stand wordt gezet.
De functie kan alleen worden ingeschakeld in de WERK-
MODUS en wanneer de MOTOR IS INGESCHAKELD.
4. Extra hydraulische functie vóór
e
(5
hydraulische functie) (optioneel)
Wanneer u de tweestandenschakelaar in de ingescha-
kelde stand zet, kunt u de extra hydraulische functie vóór
e
(5
hydraulische functie) inschakelen door de extra sole-
noïdeklep aan de voorzijde van de giek van vermogen te
voorzien.
De bestuurder kan dan de stroomrichting van de olie be-
palen met behulp van de tuimelschakelaar op de joystick
voor de extra hydraulische functie.
3-79
Advertenties
Inhoudsopgave
