4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
De motor uitschakelen
Parkeer, indien mogelijk, op een vlakke ondergrond, zet
het voertuig in een versnelling en trek de handrem aan.
Gebruik wielblokken (als optie leverbaar) als een extra
veiligheidsmaatregel. Het gebruik van wielblokken is ver-
plicht wanneer het voertuig wordt geparkeerd met een
aangekoppelde aanhanger.
OPMERKING: Uitsluitend motoren met turbocompressor
- Voordat u de motor uitzet, moet u hem stationair laten lo-
pen gedurende ongeveer 1000 RPM twee minuten. Hier-
door kunnen de turbocompressor en het spruitstuk afkoe-
len en wordt mogelijke vervorming van onderdelen voor-
komen.
Om de motor uit te zetten, de volgende procedure volgen:
• Laat het gaspedaal los;
• Schakel de parkeerrem in;
• Zet de Powershift-hendel in de neutraalstand;
• Laat de lader neer;
• Draai de start/stop-schakelaar in de stand op OFF.
LET OP: Controleer het gebied onder het werktuig om er-
voor te zorgen dat er geen letsel of schade wordt veroor-
zaakt wanneer het werktuig wordt neergelaten.
4-2