• Terugschakelen
Vooruit: F4 → F3, F3 → F2, F2 → F1
Achteruit: R3 → R2, R2 → R1
Limieten: snelheidslimieten worden toegepast om te
voorkomen dat de motor overtoeren maakt. Voor elke
keer terugschakelen geldt een specifiek snelheidslimiet
dat kan wijzigen afhankelijk van de rolstraal van de
banden.
Hieronder vindt u richtlijnen voor de snelheidslimieten bij
het handmatig terugschakelen (sommige snelheidslimie-
ten kunnen worden gewijzigd. De waarden zijn uitsluitend
bedoeld als richtlijn):
F4 → F3: 37.5 km/h
F3 → F2: 25.5 km/h
F2 → F1: 11.3 km/h
R3 → R2: 25.0 km/h
R2 → R1: 11.1 km/h
OPMERKING: Waarden zijn gebaseerd op standaard
460/70/R24-banden.
Terugschakelen wordt altijd uitgevoerd na een minimale
houdtijd wanneer de machine met snelheid rijdt die lager
is dan de hierboven genoemde snelheden.
Bereik shuttlen (verandering van de rijrich-
ting)
Vooruit → achteruit
1 → 1
2 → 2
3 → 3
4 → 3
Limieten:
Rijsnelheid < 11 km/h: direct shuttlen
Rijsnelheid > 11 km/h:
1 Versnelling vooruit → 1 achteruit zonder beperkingen
2 Versnelling vooruit → 2 achteruit zonder beperkingen
3 Versnellingen vooruit → 3 achteruit, er wordt automa-
tisch geschakeld tussen de tussenliggende versnellingen,
afhankelijk van de rijsnelheid
4 Versnellingen vooruit → 3 achteruit, er wordt mogelijk
automatisch geschakeld tussen de tussenliggende ver-
snellingen
1 Versnelling achteruit → 1 vooruit zonder beperkingen
2 Versnelling achteruit → 2 vooruit zonder beperkingen
4 Versnellingen achteruit → 3 vooruit, er wordt mogelijk
automatisch geschakeld tussen de tussenliggende ver-
snellingen
3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
Achteruit → vooruit
1 → 1
2 → 2
3 → 3
—
3-61