Achter, rem en richtingaanwijzer
(12 V - 21 W, 12 V-21/5 W )
Alle lampen zijn bereikbaar als de schroeven van het ge-
goten kunststof lampglas (1) zijn verwijderd.
De lampen hebben een bajonetfitting met offset-pennen
voor het lampje van het remlicht en parallelle pennen voor
de lamp van de richtingaanwijzer. Beide lampen kunnen
worden verwijderd door licht drukken en ongeveer 20 °
linksom draaien.
Voor het plaatsen van nieuwe lampjes, voert u de verwij-
deringsprocedure in omgekeerde volgorde uit.
Maar let op dat de offset-pennen van de remlichten correct
zijn uitgelijnd met het contact. De lens kan terug worden
geplaatst als de elektrische onderdelen zijn getest.
Kentekenplaatverlichting (12 V - 5 W)
Dit lampje kan worden vervangen na verwijderen van de
beschermkap door het verwijderen van de bevestigings-
schroeven (2).
Lampje tuimelschakelaar vervangen
De tuimelschakelaars worden van binnen verlicht door een
gloeilamp die kan worden verwijderd van de achterkant van
de schakelaar (3).
Om toegang te krijgen tot de schakelaar verwijdert u de
bevestigingsschroeven van de console en draait u deze
om.
De lamp is van het type zonder kap, nominaal 1.2 W en is
in de houder gedrukt. Na het vervangen van de lamp, drukt
u de houder in de achterkant van de schakelaar.
7 - ONDERHOUD
7-59
7
LEIL13TLH0451AB
8
LEIL13TLH0452AB
9
LEIL13TLH0518AB