DTMF-over-VoIP-verbindingen
De DTMF-signalering (Dual Tone Multi Frequency) wordt bijv. gebruikt voor het opvragen en
besturen van sommige voicemaildiensten.
Om DTMF-signalen via VoIP te versturen, moet u aangeven hoe toetscodes worden omgezet in
DTMF-signalen en als DTMF-signalen worden verstuurd: als akoestische informatie in het spraak-
kanaal, via RFC-2833 of als zogenoemde "SIP-infomelding".
Vraag bij uw VoIP-provider na, welke vorm van DTMF-signalering hij ondersteunt.
Automatische onderhandeling van DTMF-transmissie
¤
Bij elke oproep probeert het toestel de juiste DTMF-signalering in te stellen voor de actueel
overeengekomen codec. Selecteer Ja.
Het systeem gebruikt de transmissiemethode die uitgaand van de volgende prioriteitsvolg-
orde het beste bij de te ontvangen parameters van de gesprekspartners past:
•
versturen via RFC2833 als de PT (Payload Type) voor telefoongebeurtenissen door de
provider ter beschikking wordt gesteld
•
versturen via SIP INFO application/dtmf-relay als de methode SIP INFO door de gespreks-
partner wordt ondersteund
•
versturen als in-band-audiosignaal
¤
Voer het DTMF-signaaltype expliciet in: Selecteer Nee ingesteld
lingen voor de DTMF-overdracht:
Zendinstellingen voor de TDK-transmissie
¤
Voer de vereiste instellingen voor het versturen van DTMF-signalen in.
Codecs (inband) of RFC 2833 DTMF-signalen moeten akoestisch (als spraakpakketten of
SIP Info
Instellingen voor codecs
De geluidskwaliteit van VoIP-oproepen hangt hoofdzakelijk af van de codec die voor de over-
dracht wordt gebruikt en de beschikbare bandbreedte van de netwerkverbinding. Bij gebruik
van een "betere" codec (betere spraakkwaliteit) moeten er meer gegevens worden
verstuurd. Dit houdt in, dat u een netwerkverbinding met een grotere bandbreedte nodig heeft.
U kunt de geluidskwaliteit verbeteren door de spraakcodecs te selecteren die uw toestel dient
te gebruiken. Bovendien kunt u de volgorde definiëren waarin de codecs bij het tot stand
brengen van een VoIP-verbinding moeten worden aangeboden. De standaardinstellingen voor
de gebruikte codecs wordt op het telefoonsysteemopgeslagen: één instelling die geoptimali-
seerd is voor kleinere bandbreedten en een instelling voor hogere bandbreedten.
Beide bij het telefoongesprek betrokken partijen (beller/afzender en ontvanger) moeten
dezelfde spraakcodec gebruiken. De spraakcodec wordt bepaald bij het tot stand brengen van
de verbinding tussen verzender en ontvanger.
Profielen voor providers en telefooncentrales
RTP-event) worden verstuurd.
DTMF-signalen moeten als SIP-berichten worden verstuurd.
Selecteer de zendinstel-
55