Download Print deze pagina

Advertenties

N610 IP PRO
Installatie, configuratie en bediening

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Gigaset N610 IP PRO

  • Pagina 1 N610 IP PRO Installatie, configuratie en bediening...
  • Pagina 2 Gigaset DECT-IP-toestellen – overzicht ........
  • Pagina 3 Handset op een N610 IP PRO basisstation gebruiken ....... . .
  • Pagina 4 Gigaset DECT-IP-toestellen – overzicht Gigaset DECT-IP-toestellen – overzicht De DECT-IP-toestellen van Gigaset PRO combineren de mogelijkheden van IP-telefonie met het gebruik van DECT-telefoons. Ze bieden schaalbare telefonie-oplossingen voor ondernemingen met diverse omvang en eisen. Aantal parallelle oproepen 6000 N870 IP PRO Multicell System...
  • Pagina 5 N610 IP PRO – Inleiding N610 IP PRO – Inleiding N610 IP PRO is een DECT-basisstation voor aansluiting op een VoIP-telefooncentrale. In de volgende afbeelding wordt de integratie van de N610 IP PRO in de IP-telefoonomgeving weergegeven: Configuratie via de...
  • Pagina 6 Er kunnen gelijktijdig tot acht DECT-gesprekken via VoIP worden gevoerd, inclusief zoekacties in het online-telefoonboek alsmede Infocenter-sessies. Meer informatie over de functies van de handsets in combinatie met de Gigaset-basisstations vindt u op internet onder wiki.gigasetpro.com. Tijdens gebruik als kleine telefooncentrale ( pag.
  • Pagina 7 N610 IP PRO – Inleiding Gebruik met meerdere lijnen en interne telefonie Standaard is aan de N610 IP PRO de rol All in one toegewezen. Dit betekent dat een SIP-account is toegewezen aan een handset. Interne oproepen tussen verschillende handsets die op het basisstation zijn aangemeld, zijn niet mogelijk.
  • Pagina 8 N610 IP PRO – Inleiding Overzicht Voorzijde LED's Bedrijfstoestand van het toestel pag. 13 Toesteltoets Toestel resetten pag. 14 Beneden LAN- en voedingskabel aansluiting Toestel aansluiten pag. 10 Achter- zijde Uitsparingen voor wandmontage Wandmontage pag. 12...
  • Pagina 9 Schroeven en pluggen voor wandmon- tage Zodra er nieuwe of verbeterde functies voor uw Gigaset-toestel beschikbaar zijn, worden er firmware-updates ter beschikking gesteld, die u naar uw basisstation kunt uploaden. Als dit tot veranderingen in de bediening van uw toestellen leidt, wordt een nieuwe versie van deze gebruiksaanwijzing resp.
  • Pagina 10 N610 IP PRO is bedoeld voor wandmontage ( pag. 12). • N610 IP PRO is bedoeld voor gebruik in gesloten, droge ruimten met een tempe- ratuur tussen +5 °C en +45 °C. • Stel de N610 IP PRO niet bloot aan warmtebronnen, directe zonnestraling of andere elektrische apparatuur.
  • Pagina 11 De eerste stappen Met het LAN verbinden U kunt de N610 IP PRO via een router of switch in uw lokale netwerk integreren. Voor IP-telefonie is een VoIP-telefooncentrale vereist. Deze moet via het lokale netwerk bereikbaar zijn en over een internetverbinding beschikken.
  • Pagina 12 De eerste stappen Wandmontage N610 IP PRO is bedoeld voor wandmontage. Na het aansluiten van de LAN-kabel kunt u het toestel op de gewenste locatie aanbrengen. max. ø 8 mm max. 3 mm max. ø 4 mm Bevestig het toestel met twee schroeven aan de wand: Boor schroefgaten met een verticale afstand van 110 mm.
  • Pagina 13 Instructies voor het gebruik Instructies voor het gebruik LED's (lichtdioden) De LED's aan de voorzijde geven diverse bedrijfstoestanden weer. De LED's kunnen in drie verschillende kleuren oplichten (rood, blauw en groen) of uit zijn. LED 1 (links) LED 2 (rechts) Beschrijving 0,5 s 0,5 s...
  • Pagina 14 Instructies voor het gebruik Basisstation resetten Met de toesteltoets aan de voorzijde kunt u het basisstation resetten. Houd de toesteltoets ten minste 10 seconden ingedrukt, tot alle LED's uitgaan laat de toets los . . . het toestel bevindt zich nu in de programmeerstand. Druk de toesteltoets kort in totdat beide LED's blauw oplichten.
  • Pagina 15 Systeem configureren Systeem configureren De systeeminstellingen voert u in met de webconfigurator van de N610 IP PRO en kunnen niet via de handsets worden gewijzigd. Dit geldt met name voor: • Het aan- en afmelden van de handsets bij het telefoonsysteem, de naam van de handset.
  • Pagina 16 Start Op de PC/het tablet is een gangbare webbrowser geïnstalleerd. De N610 IP PRO en de PC resp. het tablet zijn in een lokaal netwerk rechtstreeks met elkaar verbonden. De instellingen van een op de PC geïnstalleerde firewall staan het toe, dat de PC/tablet en de N610 IP PRO met elkaar kunnen communiceren.
  • Pagina 17 Systeem configureren De eerste keer aanmelden U wordt gevraagd om het standaardwachtwoord te wijzigen en de juiste frequentieband in te stellen. Voer in het veld Nieuw wachtwoord een nieuw wachtwoord in en herhaal dit in het veld Nieuw wachtwoord. Het wachtwoord moet de volgende tekens bevatten: •...
  • Pagina 18 Systeem configureren Navigatiemenu weergeven/verbergen Op elke pagina van de webconfigurator kunt u met behulp van een menu aan de linkerzijde door de beschikbare functies navigeren. Het momenteel gebruikte menu is opengeklapt en de momenteel geselecteerde menu-optie is oranje gemarkeerd. Het navigatiemenu kan permanent worden weergegeven of verborgen als de muisaanwijzer uit het menugebied wordt verplaatst.
  • Pagina 19 Systeem configureren Wijzigingen annuleren Klik op de knop Annuleren . . . de doorgevoerde wijzigingen op de webpagina worden geannuleerd; die instellingen die momenteel in de configuratie van het telefoonsysteem zijn opgeslagen, worden opnieuw geladen. Werken met lijsten Weergave van de lijst wijzigen Lijst filteren: Voer een zoekbegrip (volledige veldinhoud) in het tekstveld in .
  • Pagina 20 Systeem configureren Menu van de webconfigurator – overzicht Instellingen Netwerk IP/LAN pag. 21 Provider- of PBX- pag. 24 profielen SIP-accounts Beheer pag. 33 Toewijzingen pag. 35 Mobiele toestellen Beheer pag. 36 Registratiecentrum pag. 46 Telefonie Audio pag. 49 Oproep instellingen pag.
  • Pagina 21 Netwerkbeheer Netwerkbeheer IP- en VLAN-instellingen Op deze pagina wordt het toestel in het lokale netwerk van uw onderneming geïntegreerd. Deze staat alleen voor de gebruikersrol admin ter beschikking. Instellingen Netwerk IP/LAN Als u het IP-adres van het toestel wijzigt of er een fout optreedt bij het wijzigen van de IP-instellingen is de verbinding met de webinterface mogelijk verbroken.
  • Pagina 22 Netwerkbeheer IP-adres Voer een IP-adres voor het toestel in. Via dit IP-adres is het toestel voor andere deelnemers in uw lokale netwerk bereikbaar. Het IP-adres bestaat uit vier verschillende cijfergroepen met decimale tekens van 0 tot 255 die door een punt zijn gescheiden, bijvoorbeeld 192.168.2.1. Het IP-adres moet zich binnen het adresbereik bevinden dat door de router/gateway voor het lokale netwerk wordt gebruikt.
  • Pagina 23 Netwerkbeheer VLAN U hoeft in dit onderdeel alleen gegevens in te voeren als u uw telefoonsysteem aansluit op een lokaal netwerk dat in virtuele deelnetwerken is onderverdeeld (VLAN - Virtual Local Area Network). In een tagged VLAN worden gegevenspakketten via tags (markeringen) toegewezen aan de afzonderlijke deelwerken, die onder andere bestaan uit een VLAN-code en de VLAN-prio- riteit.
  • Pagina 24 Profielen voor providers en telefooncentrales Profielen voor providers en telefooncentrales U kunt tot 20 verschillende profielen voor VoIP-telefooncentrales resp. VoIP-providers gebruiken, bijv. voor • een VoIP-telefooncentrale • en/of openbare providers waarbij VoIP-diensten zijn aangevraagd. Op deze pagina kunt u een lijst met systemen aanmaken, die VoIP-accounts en andere diensten voor handsets ter beschikking stellen.
  • Pagina 25 Profielen voor providers en telefooncentrales Algemene providergegevens Domein Voer de domeincomponent van het gebruiksadres (SIP-URI) in. Deze wordt samen met de gebruikersnaam van het toestel gebruikt om het Address Of Record (AOR) tot stand te brengen resp. om uit het gekozen nummer een bestemming te bepalen. Voorbeelden: sip.domain.net voor john.smith@sip.domain.net 10.100.0.45...
  • Pagina 26 Profielen voor providers en telefooncentrales SIP Security (SIPS) gebruiken Alleen bij selecteren van TLS. SIPS breidt SIP uit met TLS/SSL-versleuteling. Het gebruik van SIPS maakt het moeilijker om verbindingen af te luisteren. De gegevens worden versleuteld via het internet verstuurd. Schakel het selectievakje in om het gebruik van SIP in of uit te schakelen.
  • Pagina 27 Netwerkgegevens van de provider Uitgaande-proxymode Met N610 IP PRO is de configuratie van een outbound-proxy mogelijk. Bij inschakelen stuurt het systeem ongeacht alle andere SIP-protocolregels (Altijd) altijd alle uitgaande aanvragen naar deze outbound-proxy. Dit kan een outbound-proxy in het lokale netwerk zijn die door de lokale netwerkexploitant ter beschikking wordt gesteld of een outbound-proxy in het openbare netwerk die door de netwerk-/VoIP-provider ter beschikking wordt gesteld.
  • Pagina 28 Profielen voor providers en telefooncentrales SIP SUBSCRIBE voor Voicemail MWI Als de optie ingeschakeld is, wordt het systeem aangemeld voor het ontvangen van meldingen over nieuwe berichten op de voicemail. Schakel met de selectievelden naast SIP SUBSCRIBE voor Voicemail MWI de SIP-aanmelding in of uit.
  • Pagina 29 Profielen voor providers en telefooncentrales Verbindingsspecifieke ringtones Niet beschikbaar als het toestel zich in de modus Alles-in-één + interne telefonie - dynamisch IP bevindt. U kunt voor interne en externe oproepen en voor groepsoproepen, de deurbel, alarmoproepen en een optioneel oproeptype verschillende ringtones programmeren. Voorwaarde: de provider/het platform verstuurt de correcte informatie in het Alert-Info-veld in de SIP-header.
  • Pagina 30 Profielen voor providers en telefooncentrales Een codec inschakelen/uitschakelen: Selecteer in de lijst Beschikbare codecs/Actieve codecs de gewenste codec en klik op Geef aan, in welke volgorde de codecs moeten worden gebruikt: Selecteer in de lijst Actieve codecs de gewenste codec en klik op om hem naar boven/ onder te verplaatsen.
  • Pagina 31 Profielen voor providers en telefooncentrales Weergave van oproepinformatie (CLIP/CNIP) Selecteer in het optiemenu Beller (gebruikersgedeelte) welke informatie in de SIP-header naar de ontvangende deelnemer moet worden verstuurd. Welke informatie daadwerkelijk wordt verstuurd, is door de provider gedefinieerd. FROM Alleen de FROM-informatie (afzender) wordt gebruikt voor nummerweer- gave Opbelleridentiteit in het formaat Nummer@Server, bijv.: 12345678@192.168.15.1...
  • Pagina 32 Profielen voor providers en telefooncentrales uaCSTA Niet beschikbaar als het toestel zich in de modus Alles-in-één + interne telefonie - dynamisch IP bevindt. uaCSTA (user agent Computer Supported Telecommunications Applications) is een norm voor de fabrikant-onafhankelijke interactie tussen computer en telefooncentrale. Als uw telefoon- centrale uaCSTA-toepassingen voor het gebruik door de aangemelde handsets aanbiedt, moet u hier de norm activeren.
  • Pagina 33 SIP-accounts SIP-accounts U kunt SIP-accounts configureren en deze toewijzen aan handsets die bij het basisstation zijn aangemeld. Aan een handset kunnen meerdere accounts worden toegewezen. Een account kan aan meerdere handsets worden toegewezen. Een handset kan bijvoorbeeld verschillende accounts hebben voor inkomende en uitgaande oproepen of meerdere accounts voor inkomende oproepen.
  • Pagina 34 SIP-accounts Acties SIP-account toevoegen Klik op Toevoegen. . . de pagina voor de configuratie van het SIP-account wordt geopend pag. 34). SIP-account uit de lijst verwijderen Schakel het selectievakje naast het SIP-account in dat u wilt verwijderen. U kunt meerdere SIP-accounts selecteren.
  • Pagina 35 SIP-accounts VoIP-provider Selecteer een geconfigureerde telefooncentrale of een provider uit het selectiemenu. De verbinding moet op pagina Provider- of PBX-profielen worden geconfigureerd pag. 24). Configuratie van de netwerk-mailbox Telefoonnummer of SIP-naam (URI) Voer de Telefoonnummer of SIP-naam (URI) van de netwerk-mailbox in. Schakel de functie in met het selectievakje Voicemail inschakelen.
  • Pagina 36 Handsets Handsets Met de webconfigurator kunt u alle handsets bij het DECT-netwerk aanmelden en een VoIP- account registreren. Met functie Toevoegen op pagina Beheer kunt u afzonderlijke handsets aanmelden; in het Registratiecentrum kunt u groepen handsets in één keer aanmelden. U kunt de instellingen van handsets bewerken, deze uitschakelen of wissen en overige instel- lingen invoeren, bijvoorbeeld voor het gebruik van telefoonboeken en netdiensten.
  • Pagina 37 Handsets Parameters voor alle toestelrollen Alles-in-één + interne telefonie - dynamisch IP: Gebruikersnaam Gebruikersnaam van het SIP-account dat aan de handset is toegewezen, meestal het telefoonnummer. De naam wordt op de handsets weergegeven als deze zich in de ruststand bevinden. U kunt deze instelling wijzigen. Weergegeven Weergegeven naam van het SIP-account dat aan de handset is toegewezen.
  • Pagina 38 Handsets Configuratie van de handsets exporteren/importeren U kunt de configuratie van de handset exporteren en in een ander toestel importeren. Niet beschikbaar als het toestel zich in de modus Alles-in-één + interne telefonie - dynamisch IP bevindt. Exporteren: Markeer alle handsets die moeten worden overgezet met een vinkje naast de IPUI.
  • Pagina 39 Handsets Handsets aanmelden Voer een IPUI in als u het aanmelden wilt beperken tot een bepaalde handset. Voer handmatig een PIN-code in of genereer deze met de knop Willekeurige PIN genereren. Voer alle configuratiegegevens voor de handset in. Klik op Nu registreren. De handset met de bijbehorende IPUI kan nu worden aangemeld.
  • Pagina 40 Handsets Reg.Status DECT-aanmeldstatus van de handsetvermelding: U kunt de status wijzigen in het optiemenu. Status Betekenis / mogelijke maatregel om de status te wijzigen Te registreren Het systeem is gereed om een handset met zijn instellingen aan te melden. Selecteer Niet geregistreerd om het aanmelden uit te schakelen. Niet geregistreerd Aanmelden is niet mogelijk.
  • Pagina 41 Handsets Handsets afmelden Klik in de lijst met handsets op naast de handset die u wilt afmelden. De status is Geregistreerd. Selecteer in het optiemenu Reg.Status de optie Af te melden. Klik op Opslaan . . . de handset is afgemeld. DECT-afmelding is gelukt: De handset wordt uit de lijst Mobiele toestellen verwijderd.
  • Pagina 42 Handsets Weergegeven naam De weergavenaam wordt voor de weergave van de naam van de gebruiker gebruikt. Bij uitzon- dering controleren SIP-netwerken de weergavenaam op lokale richtlijnen van het SIP-netwerk. In principe is de weergavenaam optioneel. Voer een willekeurige naam in die voor de gebruiker op het display van de andere deelnemer moet verschijnen.
  • Pagina 43 Handsets LDAP-verificatie Via het telefoonsysteem kunnen tot 10 telefoonboeken in LDAP-formaat ter beschikking worden gesteld. De toegang tot een bedrijfstelefoonboek kan voor bepaalde handsets afzon- derlijk worden gedefinieerd. Geselecteerde LDAP-boek Selecteer uit het optiemenu het LDAP-telefoonboek dat op de handset moet worden aange- boden.
  • Pagina 44 Handsets Groepsoproep overnemen Niet beschikbaar als het toestel zich in de modus Alles-in-één + interne telefonie - dynamisch IP bevindt. Met de functie Groepsoproep kan een gebruiker een oproep voor een andere deelnemer beant- woorden, bijv. voor een pickup-groep. Gebruikers die lid zijn van dezelfde pickup-groep, kunnen alle oproepen voor de groep beantwoorden.
  • Pagina 45 Handsets uaCSTA Niet beschikbaar als het toestel zich in de modus Alles-in-één + interne telefonie - dynamisch IP bevindt. uaCSTA (user agent Computer Supported Telecommunications Applications) is een norm voor de fabrikant-onafhankelijke interactie tussen computer en telefooncentrale. Als de aangeboden uaCSTA-toepassingen een individuele toegangscontrole vereisen, kunt u hier de toegangsgege- vens voor de handset invoeren.
  • Pagina 46 Geregistreerd en Niet geregistreerd. Bovendien wordt op de pagina het totale aantal DECT-Managers (voor N610 IP PRO altijd 1) weergegeven en of de DECT-Manager zich op dat moment in de aanmeldstatus bevindt. De...
  • Pagina 47 Telefonie-instellingen Telefonie-instellingen Algemene VoIP-instellingen Op deze pagina kunt u enkele algemene instellingen voor de VoIP-lijnen invoeren. Deze staat alleen voor de gebruikersrol admin ter beschikking. Instellingen Telefonie VoIP SIP-poort Voer de SIP-poort in die voor de VoIP-lijnen wordt gebruikt. Bereik: 1-65535; standaardinstelling: 5060 Veilige SIP-poort Voer de SIP-poort in die voor veilige VoIP-lijnen (TLS) wordt gebruikt.
  • Pagina 48 Telefonie-instellingen PRACK (Provisional Response Acknowledgement) Voorlopige SIP-antwoorden beschikken niet over een bevestigingssysteem, waardoor ze niet betrouwbaar zijn. De PRACK-methode garan- deert bij SIP een betrouwbare, gestructureerde verstrekking van voorlopige antwoorden. Veiligheidsinstellingen Het telefoonsysteem ondersteunt het tot stand brengen van veilige spraakverbindingen via het internet met behulp van TLS-certificaten.
  • Pagina 49 Telefonie-instellingen Geluidskwaliteit Het telefoonsysteem biedt de gebruiker de mogelijkheid om via de breedband-codec G.722 met uitstekende geluidskwaliteit te telefoneren. Een basisstation ondersteunt maximaal vijf breed- bandoproepen. Op deze pagina kunt u het gebruik van de breedband-codec G.722 voor het telefoonsysteem inschakelen of uitschakelen.
  • Pagina 50 Telefonie-instellingen Doeladres bepalen Geef hier aan, hoe het adres van de doorverbindbestemming (Refer-To URI) moet worden afgeleid: Van AOR van doorverbinddoel (Address of Record) Van transportadres van overdrachtsdoel (Contact-URI) De meeste gangbare telefooncentrales leveren goede resultaten als AOR als doeladres voor het doorverbinden worden gebruikt.
  • Pagina 51 Telefonie-instellingen Lokale instellingen Prefix Prefix van het regionummer. Waarde: max. 4 tekens, 0-9 Deze cijfers worden bij nationale interlokale gesprekken voor het regionummer geplaatst. Regionummer Regionummer van uw plaats (afhankelijk van land/provider). Waarde: max. 8 tekens, 0-9 Voorbeeld "Londen": Prefix = 0, Regionummer = 207 Regionummers gebruiken Selecteer in het optiemenu wanneer het regionummer aan het telefoonnummer moet worden toegevoegd:...
  • Pagina 52 Online-telefoonboeken Online-telefoonboeken Met N610 IP PRO kunt u tot tien bedrijfstelefoonboeken in LDAP-formaat, een openbaar tele- foonboek en een bedrijfstelefoonboek in XML-formaat alsmede diverse XSI-telefoonboeken configureren en deze beschikbaar stellen aan de aangemelde handset. Met de handsetinstellingen ( pag. 41) definieert u met welke toetsen de bijbehorende tele- foonboeken worden opgeroepen.
  • Pagina 53 Online-telefoonboeken LDAP-telefoonboek configureren Op deze pagina kunt u de gegevens van het geselecteerde LDAP-telefoonboek bewerken. Deze staat alleen voor de gebruikersrol admin ter beschikking. Toegang tot de LDAP-gegevensserver Het telefoonboek wordt via een LDAP-server ter beschikking gesteld. U heeft het server-adres, de server-poort en de toegangsgegevens voor het telefoonboek nodig dat u wilt gebruiken.
  • Pagina 54 Online-telefoonboeken Instellingen voor het zoeken in de LDAP-databank en de weergave van de resultaten Lijstmode inschakelen Geef aan wat als eerste moet worden weergegeven zodra de gebruiker het LDAP- telefoonboek opent. Ingeschakeld: Er wordt een lijst met alle vermeldingen in het LDAP-telefoonboek weergegeven.
  • Pagina 55 Online-telefoonboeken Naamfilter Met het naamfilter wordt bepaald, welk attribuut voor het zoekproces wordt gebruikt. Voorbeeld: (displayName=%). Het procentteken (%) wordt vervangen door de naam of gedeeltelijke naam die door de gebruiker wordt ingevoerd. Als de gebruiker bijvoorbeeld de letter "A" invoert, worden alle vermeldingen in de LDAP- databank doorzocht waarvan het attribuut displayName met "A"...
  • Pagina 56 Online-telefoonboeken Voorbeeld: Gegevens van een contactpersoon op de LDAP-server: displayName Peter Black telphoneNumber 0891234567890 givenName Peter mobile 012398765432 Black . . . Attribuutdefinitie in de webconfigurator: Display formaat %sn, %givenName; %telephoneNumber/%mobile Op de handset wordt de contactpersoon als volgt weergegeven: Black, Peter;...
  • Pagina 57 Online-telefoonboeken Schakel het selectievakje Extra kenmerk kan worden gekozen in als een additioneel attri- buut gedefinieerd is en dit een telefoonnummer is. Voor een gedetailleerd configuratievoorbeeld zie paragraaf "LDAP-telefoonboek - configuratie- voorbeeld" pag. 91 LDAP-configuratie met Windows Active Directory Server Active Directory Domain Services (AD DS) is een directory-service voor Windows Server.
  • Pagina 58 Online-telefoonboeken Offline-telefoonboeken in XML-formaat Voor de gebruikers kan een online-telefoonboek (openbaar of bedrijfseigen) in XML-formaat ter beschikking worden gesteld. Op deze pagina kunt u de gegevens van de aanbieder en een naam voor het telefoonboek bewerken. Deze staat alleen voor de gebruikersrol admin ter beschikking. Instellingen Online-contacten Naam...
  • Pagina 59 Online-telefoonboeken Online-telefoonboeken - XSI Als er ten minste één online-telefoonboek via een BroadSoft-XSI-dienst wordt aangeboden, configureert u op deze pagina de servertoegang, activeert u de telefoonboeken en wijst u namen aan de telefoonboeken toe die op de handsets van de gebruikers moeten worden weer- gegeven.
  • Pagina 60 Online-telefoonboeken Centraal telefoonboek U kunt voor alle handsets van de gebruikers een centraal telefoonboek beschikbaar stellen. Het telefoonboek kan via een server in het netwerk ter beschikking worden gesteld of rechtstreeks vanuit een computer op het telefoonsysteem worden geladen. Alleen voor de gebruikersrol admin beschikbaar. Het telefoonboek moet in een goed gedefinieerd XML-formaat aanwezig zijn.
  • Pagina 61 Online-telefoonboeken Telefoonboek (Contacten) op PC opslaan U kunt het centrale telefoonboek (Contacten) op een PC opslaan. Klik op Exporteren Selecteer in het dialoogveld de locatie waar u het configuratiebestand wilt opslaan. Voer een naam voor de back-up van het telefoonboek. Telefoonboek (Contacten) verwijderen Klik op Verwijderen om het telefoonboek van de handsets te verwijderen.
  • Pagina 62 Online-diensten Online-diensten XHTML Aanvullende functies zoals bijv. Info-diensten, bediening van het telefoonsysteem en klantspe- cifieke RAP-toepassingen (XHTML) kunnen via het handsetmenu Infocenter worden aange- boden aan de gebruiker. Hiervoor kunnen vier additionele menu-opties worden gedefinieerd, die in de gebruikersinterface van de handset worden ingevoegd. De aanvullende functies moeten als XHTML-pagina's met het juiste formaat aanwezig zijn.
  • Pagina 63 Online-diensten SIP-referenties gebruiken Als deze functie ingeschakeld is, worden de toegangsgegevens voor het SIP-account van de gebruiker gebruikt (Authenticatienaam en Authenticatie wachtwoord pag. 41). Als alternatief kan ook de volgende aanmeldinformatie worden gebruikt. Gebruikersnaam Voer een gebruikersnaam voor de toegang tot het menu in (max. 22 tekens). Wachtwoord Voer een wachtwoord voor de toegang tot het menu in (max.
  • Pagina 64 Systeeminstellingen Systeeminstellingen Toegangsrechten voor de webconfigurator Op deze pagina definieert u de toegangsrechten voor de gebruikersinterface van de webconfi- gurator. Deze staat voor de gebruikersrollen admin en user ter beschikking. Gebruikers met de rol user kunnen alleen hun eigen wachtwoord wijzigen. Instellingen Systeem Webconfigurator...
  • Pagina 65 Systeeminstellingen CLI-toegang voor de toestelconfiguratie inschakelen Alleen voor de gebruikersrol admin beschikbaar. De toestelconfiguratie met SSH kan vanuit een remote systeem worden uitgevoerd via een opdracht-georiënteerde gebruikersinterface (Command Line Interface, CLI). SSH (Secure Shell) is een protocol voor het aanmelden bij en het uitvoeren van opdrachten op een remote computer.
  • Pagina 66 Systeeminstellingen Provisioning en configuratie Op deze pagina kunt u de provisioning-server voor het telefoonsysteem definiëren of een confi- guratiebestand downloaden, waarmee u een een automatische configuratieprocedure kunt starten. Deze staat alleen voor de gebruikersrol admin ter beschikking. Provisioning is de procedure waarbij de vereiste configuratie- en accountgegevens naar VoIP- toestellen (hier de Integrator) worden geladen.
  • Pagina 67 Systeeminstellingen Beveiliging Op deze pagina kunt u de certificaten voor de veilige internetcommunicatie beheren en de aanmeldinformatie voor de HTTP-authenticatie definiëren. Deze staat alleen voor de gebruikersrol admin ter beschikking. Instellingen Systeem Beveiliging Certificaten Het telefoonsysteem ondersteunt het tot stand brengen van beveiligde gegevensverbindingen met internet volgens het veiligheidsprotocol TLS (Transport Layer Security).
  • Pagina 68 Systeeminstellingen Importeer lokaal Certificaat U kunt overige certificaten voor uw telefoonsysteem installeren. Deze certificaten moeten vooraf op uw computer zijn gedownload. Klik op Bladeren... en selecteer in de verkenner het lokale certificaatbestand. Klik op Uploaden . . . het selecteerde certificaat wordt geladen en op basis van het certificaattype aan één van de certificaatlijsten toegevoegd.
  • Pagina 69 Systeeminstellingen Fungeren als lokale tijdserver U kunt de interne tijdserver definiëren als de lokale tijdsserver voor uw netwerk. Klik op Ja/Nee om aan te geven of de interne tijdserver als lokale tijdserver moete worden gebruikt of niet. Datum en tijd worden in het hele systeem op alle basisstations en handsets gesyn- chroniseerd.
  • Pagina 70 Systeeminstellingen Update-bestand voor firmware selecteren Voer in het tekstveld URL naar firmwarebestand de URL van de configuratieserver in waarop de firmware staat. Klik op Bladeren... en selecteer in de verkenner het firmwarebestand. Firmware-update starten Op een bepaalde datum: Deactiveer het selectievakje Direct Voer de exacte starttijd in het volgende formaat in: JJJJ-MM-DD SS:mm Direct:...
  • Pagina 71 Systeeminstellingen Configuratiegegevens opslaan Klik op Configuratie opslaan Selecteer in het systeemdialoogveld de locatie waar het configuratiebestand moet worden opgeslagen. Voer een naam voor het configuratiebe- stand in. De standaard bestandsnaam is <MAC-adres van de Integrator><Firmwareversie><Exportdatum>_device-settings Configuratiegegevens herstellen Klik op Bladeren... en selecteer in de verkenner het opgeslagen configuratiebestand.
  • Pagina 72 Systeeminstellingen Gepland schema Op een bepaalde datum: Deactiveer het selectievakje naast Direct Selecteer een dag of meerdere dagen van de week waarop de back-up moet worden uitgevoerd Voer de begintijd in het volgende formaat in: UU:MM Direct: Activeer het selectievakje naast Direct . . . de back-up wordt gestart zodra u op knop Opslaan klikt.
  • Pagina 73 Systeeminstellingen All in one is de standaardconfiguratie voor een Gigaset N610 IP PRO. Alle drie de componenten zijn in een toestel ingeschakeld (Integrator + DECT-Manager + Basis- station). Toestel resetten Klik op de knop Herstellen om het toestel volgens uw keuze in Fabrieksinstellingen, rol na herstellen terug te zetten op de fabrieksinstellingen .
  • Pagina 74 Op basis van afwijkende voorschriften in de diverse landen moeten DECT-toestellen verschil- lende frequentiebereiken gebruiken zodat ze compatibel zijn met DECT-systemen in andere bereiken. U kunt het frequentiebereik van de N610 IP PRO aan de eisen van uw regio aanpassen. DECT-radioband Selecteer de draadloze frequentieband voor uw regio.
  • Pagina 75 Diagnose en storingen verhelpen Diagnose en storingen verhelpen Statusinformatie De statuspagina bevat belangrijke informatie over de werking van het systeem en de betrokken toestellen. Status Overzicht De volgende informatie wordt weergegeven: • Integratorstatus Toesteltype • Toestel rol • MAC-adres • IP-adres •...
  • Pagina 76 Diagnose en storingen verhelpen Back-up van het systeem Naast Laatste back-up wordt de datum en tijd van de laatste back-up van het systeem weerge- geven. Als er nog geen back-up is aangemaakt, wordt in plaats daarvan Nooit weergegeven. Back-up maken of systeem met een bestaande back-up herstellen: Klik op Systeem Opslaan &...
  • Pagina 77 Diagnose en storingen verhelpen Eigenschappen MAC-adres MAC-adres van het basisstation Radio Fixed Part Number, identificeert de radiomodule RPN synchroniseren RPN van het andere basisstation waarmee het basisstation wordt gesynchroniseerd Synchronisatieniveau Synchronisatie-level Statistieken Verb Aantal tot stand gebrachte verbindingen op DECT-MAC-layer Bijvoorbeeld door acties van de gebruiker: VoIP-gesprekken, toegang tot een online-telefoonboek, internetverbindingen etc.
  • Pagina 78 Diagnose en storingen verhelpen Acties Gedetailleerde statistische gegevens over basisstations weergeven Klik op de knop naast de naam van een basisstation . . . er worden statistische analyses over de synchronisatie van het basisstation en overige systeeminformatie weergegeven. Informatie in CSV-bestand exporteren Voor de verdere verwerking van de statistische gegevens kunt u deze in een CSV-bestand (Comma Separated Value) exporteren.
  • Pagina 79 Diagnose en storingen verhelpen Gebeurtenissen De pagina bevat informatie over gebeurtenissen wanneer het systeem in bedrijf is. Deze staat voor de gebruikersrollen admin en user ter beschikking. Gebruikers met de rol user kunnen geen vermeldingen wissen. Status Statistieken Incidenten Tijdstempel Datum en tijdstip van de gebeurtenis DECT-manager betroffen DECT-Manager...
  • Pagina 80 Diagnose en storingen verhelpen Systeemprotocol en SNMP-Manager In het systeemlogboek (SysLog) wordt informatie over geselecteerde processen van het tele- foonsysteem tijdens het gebruik verzameld en doorgestuurd naar de geconfigureerde SysLog- server. Deze staat alleen voor de gebruikersrol admin ter beschikking. Instellingen Systeem Systeemlogboek...
  • Pagina 81 N610 IP PRO Standaardconfiguratie Gebruikersnaam: admin Authenticatieprotocol: Wachtwoord: snmp-admin Privacy-protocol: Doeladres voor SNMP-traps (IP-adres en poort van de SNMP-Manager): 0.0.0.0:162 Configuratievoorbeeld SNMP-Manager Doelsysteem: IP-adres van de N610 IP PRO Gebruikersnaam: admin Doel-port: Veiligheidsniveau: Auth, Priv Authenticatieprotocol: Authenticatiewachtwoord: snmp-admin Privacy-protocol: AES128 Privacy-wachtwoord:...
  • Pagina 82 Diagnose en storingen verhelpen Diagnose U kunt voor diagnosedoeleinden een geheugendump met verschillende inhoud aanmaken. Een geheugendump kan software-ontwikkelaars en systeembeheerders helpen problemen die tot systeemfouten kunnen leiden te diagnosticeren, te identificeren en op te lossen. Status Incidenten Diagnostiek Er wordt een standaardset met diagnose-informatie gedownload. U kunt bovendien de volgende opties toevoegen: Core dump Voegt de core-dump van een gecrashte toepassing toe, indien...
  • Pagina 83 Handset op een N610 IP PRO basisstation gebruiken Handset op een N610 IP PRO basisstation gebruiken De functies van N610 IP PRO zijn op aangemelde handsets beschikbaar. De functies van het tele- foonsysteem worden toegevoegd aan het menu van de handset. Specifieke handsetfuncties, zoals bijv.
  • Pagina 84 Handset op een N610 IP PRO basisstation gebruiken Kiezen uit de oproepenlijst De oproepenlijsten bevatten de laatste beantwoorde, uitgaande en gemiste oproepen. Oproeplijsten Lijst selecteren vermelding selecteren verbindingstoets indrukken De lijst Gemiste oproepen kan ook met de berichtentoets worden geopend.
  • Pagina 85 Handset op een N610 IP PRO basisstation gebruiken Groepsgesprek overnemen U kunt ook inkomende oproepen voor de groep beantwoorden. De functie Groepsgesprek moet ingeschakeld zijn en het telefoonnummer resp. SIP-URI van de groep moet worden ingevoerd. Dit moet voor de handset in de webconfigurator in paragraaf Aannemen in groep worden geconfigureerd ( pag.
  • Pagina 86 Handset op een N610 IP PRO basisstation gebruiken Wisselgesprek U kunt afwisselend met twee gesprekspartners spreken (wisselgesprek). Het andere gesprek wordt telkens in de wachtstand geplaatst. Kies tijdens een extern gesprek het nummer van een tweede deelnemer (ruggespraakge- sprek) of neem een wisselgesprek aan . . . in het display worden de nummers of de namen van de beide gesprekspartners weergegeven.
  • Pagina 87 Handset op een N610 IP PRO basisstation gebruiken Interne oproepen Interne oproepen zijn alleen mogelijk als het toestel zich in de modus Alles-in-één + interne telefonie - dynamisch IP bevindt ( pag. 7) en er minimaal twee handsets op het basisstation zijn aangemeld.
  • Pagina 88 Handset op een N610 IP PRO basisstation gebruiken Weergave van meldingen Informatie over beantwoorde en gemiste oproepen, gemiste afspraken en berichten op de voicemail worden opgeslagen in de berichtenlijsten en kan op het display van de handset worden weergegeven. Welke meldingen op de handset worden weergegeven, wordt tijdens de configuratie van de handset in paragraaf Gemiste oproepen en alarmen ingesteld ( pag.
  • Pagina 89 De telefoonboeken worden weergegeven met de namen die in de webconfigurator zijn inge- steld. Voorbeeld voor het gebruik van een bedrijfstelefoonboek op de handset pag. 98 Als handsets op een N610 IP PRO zijn aangesloten, is het niet mogelijk om vermel- dingen uit de lokale Contacten te versturen naar een andere handset.
  • Pagina 90 Handset op een N610 IP PRO basisstation gebruiken Voicemail gebruiken Een voicemail beantwoord inkomende oproepen op de bijbehorende lijn (betreffende VoIP- nummer). Voorwaarden Om ervoor te zorgen dat de gebruiker de opgeslagen berichten op de voicemail kan beluisteren, zijn de volgende instellingen vereist: In de VoIP-telefooncentrale Configureer voor de VoIP-lijn die aan de handset moet worden toegewezen een voicemail.
  • Pagina 91 LDAP-telefoonboek - configuratievoorbeeld LDAP-telefoonboek - configuratievoorbeeld Om ervoor te zorgen dat de vermeldingen uit een LDAP-telefoonboek op de handset worden weergegeven, moet u de LDAP-client van het telefoontoestel configureren. Hiertoe voert u de volgende stappen uit: • Toegang tot de LDAP-server en de LDAP-databank configureren •...
  • Pagina 92 LDAP-telefoonboek - configuratievoorbeeld Voer de toegangsgegevens voor de LDAP-server in. Server URL IP-adres resp. domeinnaam van de LDAP-server, bijv. 10.25.62.35 of ldap.example.com Serverpoort Poort waarop de LDAP-server aanvragen van de clients verwacht. Dit is in het algemeen poortnummer 389 (standaardinstelling). Gebruikersnaam / Wachtwoord Toegangsgegevens voor de LDAP-server Er kunnen ook separate toegangsgegevens voor elke handset worden gebruikt pag.
  • Pagina 93 LDAP-telefoonboek - configuratievoorbeeld Voorbeelden: Startpunt: Object PhoneBook, in het domein example.com Definitie: cn=PhoneBook,dc=example,dc=com Startpunt: Object PhoneBook in het subtelefoonboek sales/support, in het domein example.sales.com. Definitie: cn=PhoneBook,o=support,ou=sales,dc=example,dc=sales,dc=com Filters Met de filters definieert u criteria waarmee het toestel in de LDAP-databank op bepaalde objecten zoekt.
  • Pagina 94 LDAP-telefoonboek - configuratievoorbeeld Filterformaat Een filter bestaat uit ten minste één zoekcriterium. Een criterium bepaalt het LDAP-attribuut waarin de ingevoerde tekenreeks moet worden gezocht, bijv. sn=%. Het procentteken (%) is een wildcard voor de invoer van de gebruiker. Operators De volgende operators kunnen worden gebruikt voor het aanmaken van filters: Operator Betekenis Voorbeeld...
  • Pagina 95 LDAP-telefoonboek - configuratievoorbeeld Speciale tekens Er kan ook op vermeldingen worden gezocht die speciale tekens bevatten. Als deze tekens binnen een attribuuttekenreeks voorkomen, gebruikt u een backslash (\) en een Hex-ASCII-code met twee tekens: Speciale tekens ASCII-code Speciale tekens ASCII-code &...
  • Pagina 96 LDAP-telefoonboek - configuratievoorbeeld Nummerfilter Het nummerfilter geeft aan, welke attributen bij het automatisch zoeken naar een contactper- soon moeten worden gebruikt. De automatische zoekprocedure wordt uitgevoerd bij het invoeren van een telefoonnummer en bij een inkomende oproep met NummerWeergave. Als voor een telefoonnummer een contactpersoon gevonden wordt, verschijnt de naam op het display in plaats van het nummer.
  • Pagina 97 LDAP-telefoonboek - configuratievoorbeeld Attributen Voor een contactpersoon (een object) zijn in de LDAP-databank enkele attributen gedefinieerd, bijv. naam, voornaam, telefoonnummer, adres, onderneming, etc. De totale hoeveelheid attri- buten die voor een contactpersoon kunnen worden opgeslagen, wordt in het schema van de betreffende LDAP-server opgeslagen.
  • Pagina 98 LDAP-telefoonboek - configuratievoorbeeld Attributen voor de weergave op het toestel aangeven In de webconfigurator geeft u aan, welke van de beschikbare attributen in de LDAP-databank opgevraagd en op het toestel moeten worden weergegeven. Selecteer voor elk attribuut van een contactpersoon het passende attribuut in de LDAP-data- bank.
  • Pagina 99 LDAP-telefoonboek - configuratievoorbeeld Contactpersonen De volgende beschrijving is een voorbeeld voor de weergave van een LDAP-telefoonboek op een handset. Het menu geeft alle telefoonboeken weer die in de webconfigu- Telefoonboeken rator op pagina Online-contacten geconfigureerd en ingescha- keld zijn. Elk telefoonboek wordt weergegeven met de naam die Ons telefoonboek in de webconfigurator onder Naam is ingevoerd ( pag.
  • Pagina 100 LDAP-telefoonboek - configuratievoorbeeld Contactpersoon weergeven de gewenste contactpersoon selecteren. Brown, Charly Displaytoets Weergvn of navigatietoets indrukken. Achternaam: Brown Displaytoets Opties indrukken Weergvn Voornaam: De contactpersoon wordt met gedetailleerde informatie weer- Charly gegeven. Alleen attributen waarvoor een waarde is opgeslagen, Thuis: worden weergegeven ( pag.
  • Pagina 101 Informatie over de thema's • Products (Producten) • Documents (Documentatie) • Interop (Interoperabiliteit) • Firmware • • Support vindt u onder wiki.gigasetpro.com. Voor meer informatie over uw Gigaset-product kunt u zich wenden aan de vakhandel waar u het toestel heeft aangeschaft.
  • Pagina 102 Dit toestel is geschikt voor wereldwijd gebruik; buiten de Europese Economische Ruimte (met uitzondering van Zwitserland) afhankelijk van nationale goedkeuring van het betreffende land. Er is rekening gehouden met de landspecifieke eigenschappen. Hiermee verklaart Gigaset Communications GmbH, dat de volgende typen radioappartuur voldoen aan de Richtlijn 2014/53/EU: Gigaset N610 IP PRO...
  • Pagina 103 Bijlage Onderhoud Neem het toestel alleen af met een vochtige of antistatische doek. Gebruik geen oplosmiddelen of microvezeldoekjes. Gebruik nooit een droge doek: hierdoor kan een statische lading ontstaan. In uitzonderingen kan het contact met chemische substanties het oppervlak van het toestel veranderen.
  • Pagina 104 Technische gegevens Technische gegevens Specificaties Energieverbruik N610 IP PRO (basisstation) < 3,8 W Algemene specificaties Power over Ethernet PoE IEEE 802.3af < 3,8 W (klasse 1) LAN-interface RJ45 Ethernet, 10/100 Mbit/s Beschermingsklasse IP20 Omgevingsvoorwaarden voor gebruik +5°C tot +45°C in afgesloten ruimtes;...
  • Pagina 105 Technische gegevens Netadapter Fabrikant Salom Electric (Xiamen) Co. Ltd. Handelsregister: 91350200612003878C 31 Building, Huli Industrial District, Xiamen, Fujian 361006, P.R. China LEADER ELECTRONICS Handelsregister: 913211007039359372 8F, No.138 Ln. 235 Baoqio Rd. Xindian Dist. New Taipei City 23145, Taiwan Modelcode C706 Ingangsspanning 230 V Frequentie ingangswisselstroom...
  • Pagina 106 Trefwoordenregister Trefwoordenregister ....... . . 48 Certificaat ......65 webconfigurator .
  • Pagina 107 ....5 ....... 21 Gigaset N670 IP PRO-basisstation IP-adrestype .
  • Pagina 108 ......4, 5 ..... 31 N610 IP PRO P-Preferred-Identity (PPI) .
  • Pagina 109 Trefwoordenregister ....48 ....92 Prioriteit van de spraakdata Startpunt van de zoekactie .
  • Pagina 110 Trefwoordenregister ....51 uaCSTA XSI-Call-Logs inschakelen ..... . 45 .
  • Pagina 111 Issued by Gigaset Communications GmbH Frankenstraße 2, D-46395 Bocholt © Gigaset Communications GmbH 2023 Subject to availability. All rights reserved. Rights of modification reserved. gigaset.com/pro...