Filterformaat
Een filter bestaat uit ten minste één zoekcriterium. Een criterium bepaalt het LDAP-attribuut
waarin de ingevoerde tekenreeks moet worden gezocht, bijv. sn=%. Het procentteken (%) is een
wildcard voor de invoer van de gebruiker.
Operators
De volgende operators kunnen worden gebruikt voor het aanmaken van filters:
Operator
Betekenis
=
Gelijkheid
!=
Negatie
>=
Groter dan
<=
Kleiner dan
~
Ongeveer (afhankelijk van de
LDAP-server)
*
Wildcard
Meerdere criteria kunnen met logische EN- (&) resp. OF-operators (|) worden verbonden. De logi-
sche operators "&" en "|" worden vóór de zoekcriteria geplaatst. Het zoekcriterium moet tussen
haakjes worden geplaatst, en de volledige uitdrukking moet zelf ook tussen haakjes worden
geplaatst. EN- en OF -bewerkingen kunnen ook gecombineerd worden.
Voorbeelden
EN-bewerking:
(&(givenName=%)(mail=%))
Zoekt naar vermeldingen waarvan de voornaam en e-mailadres met de tekens
beginnen die door de gebruiker zijn ingevoerd.
OF-bewerking:
(|(displayName=%)(sn=%))
Zoekt naar vermeldingen waarvan de weergegeven naam of achternaam met
de tekens begint die door de gebruiker zijn ingevoerd.
Gecombineerde
(|(&(displayName=%)(mail=%))(&(sn=%)(mail=%)))
bewerking:
Zoekt naar vermeldingen waarvan de weergegeven naam en e-mailadres of
de achternaam en mailadres met de tekens beginnen die door de gebruiker
zijn ingevoerd.
Speciale tekens
Er kan ook op vermeldingen worden gezocht die speciale tekens bevatten. Als deze tekens
binnen een attribuuttekenreeks voorkomen, gebruikt u een backslash (\) en een Hex-ASCII-code
met twee tekens:
Speciale tekens
(
)
<
>
/
\
ASCII-code
\28
\29
\3c
\3e
\2f
\2a
LDAP-telefoonboek - configuratievoorbeeld
Voorbeeld
(attribute1=abc)
(!(attribute1=abc))
(attribute1>=1000)
(attribute1<=1000)
(attribute1~=abc)
(attr1=ab*) of (attr1=*c) of (attr1=*b*)
Speciale tekens
=
&
~
*
|
ASCII-code
\3d
\26
\7e
\2a
\7c
111