LDAP-telefoonboek - configuratievoorbeeld
Voorbeeld
(givenName=James \28Jim\29)
vindt elk contactpersoon waarbij de waarde van het attribuut givenName (voornaam) gelijk
is aan „James (Jim)"
Naamfilter
Met het naamfilter geeft u aan, welke attributen bij het zoeken in de LDAP-databank moeten
worden gebruikt.
Voorbeelden:
(displayName=%)
(|(cn=%)(sn=%))
Tijdens het zoeken in LDAP wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en
kleine letters.
112
Het attribuut displayName wordt voor de zoekactie gebruikt.
Het procentteken (%) wordt vervangen door de naam of gedeeltelijke
naam die door de gebruiker wordt ingevoerd.
Als de gebruiker bijvoorbeeld het teken "A" invoert, zoekt het toestel in de
LDAP-databanken naar alle vermeldingen waarin het attribuut display-
Name met "A" begint. Als u vervolgens een „b" invoert, worden vermel-
dingen gezocht waarvan de displayName met „Ab" begint.
Tijdens het zoeken worden de attributen cn of sn gebruikt.
Als de gebruiker bijvoorbeeld het teken "n" invoert, zoekt het toestel in de
LDAP-databanken naar alle vermeldingen waarin het attribuut cn of sn
met "n" begint. Als u vervolgens een „o" invoert, worden vermeldingen
gezocht waarbij cn of sn met „no" begint.