Basisstations
•
Er zijn minder basisstations nodig, omdat het overlappingsbereik van de basisstations
kleiner is. Het overlappingsbereik voor de handover van de handsets kan kleiner zijn, aange-
zien aangrenzende basisstations elkaar niet met stabiele, foutvrije kwaliteit hoeven te
ontvangen. Voor de procedure van de dynamische kanaalselectie moeten zich echter onder-
ling kunnen herkennen/ontvangen.
•
De configuratie van het systeem is eenvoudiger, aangezien alle basisstations op een synchro-
nisatie-master kunnen worden gesynchroniseerd.
Voorwaarden voor de synchronisatie
voor een succesvolle synchronisatie via LAN is het essentieel om de afwijkingen in nauwkeurig-
heid bij de pakketvertraging (Packet Delay Jitter) zo klein mogelijk te houden. Aangezien meer-
dere LAN-transmissieparameters invloed kunnen hebben op de pakketvertraging en hun jitter,
zijn speciale switches nodig en mag een maximaal aantal hops niet worden overschreden om
een voldoende lage pakketvertragings-jitter te waarborgen.
Neem hierbij het volgende in acht:
•
Hoe minder hops, des te kleiner de pakketvertraging en de bijbehorende jitter.
•
Hoe hoger de bandbreedte resp. de kwaliteit van de toegepaste switches wat betreft de
pakketvertraging en de bijbehorende jitter, des te kleiner zijn de pakketvertraging en de
pakketvertragings-jitter.
•
Verbeterde pakketverwerkingslogica (zoals L3-switching of pakketinspectie) kan de resulte-
rende pakketvertragings-jitter aanzienlijk belemmeren. Indien mogelijk, dienen deze voor
Gigaset N870 IP PRO basisstations uitgeschakeld te worden die met switch-poorten zijn
verbonden.
•
Een duidelijk verhoogd gegevensverkeersvolume van een switch in de buurt van de maxi-
male doorvoer kan de pakketvertragings-jitter aanzienlijk negatief beïnvloeden.
•
Een VLAN-gebaseerde priorisering van LAN-pakketten kan een nuttige maatregel zijn voor
het minimaliseren van pakketvertragingen en hun jitter voor Gigaset N870 IP PRO basissta-
tions.
Tips voor de PTP-afwijking
Die LAN-synchronisatie is gebaseerd op een structuur met twee niveaus:
•
Er wordt een native PTPv2 gebruikt om voor alle betrokken basisstations een gemeenschap-
pelijke referentie-timer te realiseren.
De referentiewaarde voor de doelkwaliteit bij het aanbieden van een toereikende PTP-
synchronisatie langs de basisstations is een PTP-afwijking < 500 ns (rms). Voor deze PTP-
synchronisatie worden enkele kleine afwijkingen > 500 ns geaccepteerd. Ze kunnen eerste
waarschuwingen genereren. Als de afwijking voor PTP-synchronisatiepakketten de grens
van 500 ns doorlopen overschrijdt, geldt de PTP-synchronisatie als onderbroken. Er wordt
een nieuwe startsynchronisatieprocedure gestart.
•
Gebaseerd op de PTP-synchronisatie stellen LAN-master en LAN-slave hun DECT-referentie-
timer op een gemeenschappelijke tijdafstand ten opzichte van de algemene PTP-referentie-
timer in. Deze gemeenschappelijke offset wordt door middel van propriëtaire communicatie
continu bewaakt.
De referentiewaarde voor de doelkwaliteit van dit synchronisatie-level wordt bepaald door
het controleren van de referentie-timer-afwijking van de synchronisatiepakketten van deze
DECT-referentie-timer: DECT-LAN-synchronisatie-afwijking kleiner dan 1000 ns. Een
goede gemiddelde waarde is 500 ns (rms).
44