De eerste stappen
8
De basisstations bij de DECT-Manager aanmelden
Opmerking: Tijdens een firmware-update zijn de basisstations offline. De
overige configuratie van de basisstations (stap 9) kan via de webinterface
(en in de databank) van de Integrator plaatsvinden. De basisstations
ontvangen de nieuwe instellingen echter pas, zodra ze na een firmware-
update weer online zijn.
9
Synchronisatie van de basisstations configureren
10 VoIP-telefooncentrale resp. provider configureren
11 Handsets aanmelden en configureren
Alle handsets die voor oproepen via N870 IP PRO moeten worden gebruikt,
moeten bij het telefoonsysteem zijn aangemeld. Aan elke handset moet
aan de SIP-telefooncentrale een eigen SIP-account worden toegewezen.
Bij het aanmelden wordt aan de handset een VoIP-account vast toege-
wezen als inkomende en uitgaande lijn.
Back-up aanmaken om de configuratie te op te slaan.
Voor het migreren van een kleine of middelgrote installatie met één enkele DECT-
Manager naar een installatie met meerdere DECT-Managers zie hoofdstuk
„Migratie" (
Zodra er nieuwe of verbeterde functies voor uw Gigaset-toestel beschikbaar zijn,
worden er firmware-updates ter beschikking gesteld, die u naar uw DECT-Manager
en uw basisstation kunt uploaden. Als dit tot veranderingen in de bediening van uw
toestellen leidt, wordt een nieuwe versie van deze gebruiksaanwijzing resp. de nood-
zakelijke wijzigingen gepubliceerd op internet onder:
wiki.gigasetpro.com
Selecteer hier het product om de productpagina van uw toestel te openen. U vindt
daar een link naar de gebruiksaanwijzingen.
Informatie over de actuele firmware-versie van de Integrator/DECT-Manager vindt u
op de pagina's
10
¢
pag. 100).
¢
pag. 86 resp. pag. 93.
¢
pag. 37
¢
pag. 42
¢
pag. 51
¢
pag. 58
¢
pag. 90