Wisselen van werk- in transportstand
• Veiligheidsvoorschriften: zie aanhangsel A1 pnt.
1,3,4 en 6-9.
1. Voor het wisselen in de transportstand
- Aftakas uitzetten en wachten tot de machine volkomen stil
staat (Maaimachine loopt na het uitzetten nog ca. een
halve minuut door).
2. Machine optillen
- Maaieenheid optillen: hefcilinder (1) helemaal uitschuiven.
• Vergrendelen: (- Bj. 1998)
- Veerpen (2) wegtrekken.
- Vergrendeling (3) omhoogklappen: pos O
- Vastzetten met veerpen.
• Vergrendelen: (+ Bj. 1999)
- De hefboom in de stand T1 zwenken
1
O
3
2
TD24/95/16
U
3. Machine inzwenken: pos T
• Zwenkcilinder (4) helemaal
uitschuiven.
• Vergrendelen: (+ Bj. 1999)
- De hefboom in de stand E2
zwenken
A
TRANSPORT 0000-NL (353)
T1
A1
ST
TD50/96/21a
T
TD24/95/18
4
Wegtransport
• Veiligheidsvoorschriften: zie aanhangsel A1 pnt.
1,3,4 en 6-9.
• Ongevallenrisico door ongecontroleerd uitzwenken van
de machine tijdens het rijden
- Tijdens het transport over de weg moet de hydraulische
installatie worden geblokkeerd. (Hefboom in stand
E2)
• Rijden op openbare wegen alleen in transportstand!
• Zijbeschermbeugels (5):
- Klap-pen (6) wegtrekken.
- B e s c h e r m b e u g e l s
omhoogklappen.
- Vastzetten met klap-pen.
• Verlichting
veiligheidsinrichtingen
controleren.
E1
E2
Transport met aanhangwagen of vrachtwagen
- Afstandstukken toevoegen (rechts 14,5 cm, links 11 cm)
- Dissel inzwenken en vastzetten (F).
- 8 -
TRANSPORT
en
NL