Motor stoppen
U kunt de motor het beste enkele minuten stationair (in de neutraalstand) laten draaien voordat u deze uitscha-
kelt. Hierdoor wordt voorkomen dat het koelmiddel gaat koken en er ongelijke temperaturen optreden. Dit is vooral
van belang als u de motor op hoge toerentallen en onder hoge belastingen hebt gebruikt.
24
Stoppen
Als het instrumentenpaneel een contactslot heeft,
moet de sleutel in de stopstand "S" worden gedraaid. Als u
de sleutel loslaat, veert deze automatisch terug naar de
stand "0" en kunt u deze verwijderen.
Als de boot is uitgerust met een elektrische start-/
stopfunctie: Druk de tuimelschakelaar omhoog naar
"STOP" tot de motor afslaat. Los de tuimelschakelaar en
deze veert automatisch terug naar de "POWER OFF"-
stand.
Na uitschakeling van de motor
●
Inspecteer de motor en motorruimte op eventuele
lekkages.
●
Sluit de brandstofkraan en de buitenwaterkraan voor de
koelwaterinname.
Belangrijk! Vergeet deze kranen niet opnieuw te
openen voordat u de motor opnieuw start.
●
Lees de urenteller af en verricht preventief onderhoud
overeenkomstig het onderhoudsschema.
●
Zet de hoofdschakelaar uit als u de boot langere tijd niet
gebruikt.
BELANGRIJK! Als de motor draait, mag u de stroom
nooit met de hoofdschakelaars verbreken. Hierdoor
kunt u de dynamo beschadigen.
Opleggen
Als u de boot gedurende een langere periode niet gebruikt
maar wel in het water laat liggen, moet u de motor ten
minste één keer in de 14 dagen tot de bedrijfstemperatuur
laten warmdraaien. Dit voorkomt dat er corrosie in de motor
optreedt. Als u de boot langer dan twee maanden niet
gebruikt, moet u de conservering uitvoeren: Zie het
hoofdstuk "Opleggen/te water laten".
Voorzorgsmaatregelen voor koud weer
Om vorstschade te voorkomen, moet het buitenwatersysteem
worden afgetapt en moet het koelmiddel in het
binnenwatersysteem voldoende vorstwerend zijn. Zie het
onderdeel "Koelsystemen" in het hoofdstuk Onderhoud.
BELANGRIJK! Een zwak geladen accu kan stukvriezen.