Bediening
Zorg ervoor dat u de koers en koppeling niet ruw en onverwacht wijzigt. Hierdoor kunnen de opvarenden vallen of
overboord slaan.
Waarschuwing! Een roterende schroef kan ernstig letsel veroorzaken. Controleer of er niemand in het water
is voordat u de vooruit of achteruit activeert. Vaar nooit in de buurt van zwemmende mensen of op plaatsen
waar personen in het water kunnen zijn.
1
22
2
3
Instrumenten controleren
Controleer de instrumenten en het waarschuwingspaneel
direct na het starten van de motor en herhaal deze controle
tijdens het varen met regelmatige tussenpozen. Stop de
motor als er een abnormale waarde wordt weergegeven, een
waarschuwingslampje begint te branden of het alarm wordt
geactiveerd. Voor motoren met meetinstrumenten gelden de
volgende standaardwaarden:
Motorkoelmiddeltemperatuur (1)
De normale bedrijfstemperatuur ligt tussen 75–90°C. Als de
motorkoelmiddeltemperatuur te hoog is, wordt automatisch
het akoestische alarm geactiveerd.
BELANGRIJK! Als het alarm wordt geactiveerd:
Verlaag het motortoerental tot het stationaire toerental.
Stop de motor als de temperatuur niet terugloopt.
Onderzoek en verhelp de storing.
Oliedruk (2)
De oliedruk dient onder normale bedrijfsomstandigheden
tussen 150–500 kPa (21–71 psi) te liggen. Als de motor
stationair draait, is de druk doorgaans lager. Als de oliedruk
te laag is, wordt automatisch het akoestische alarm
geactiveerd.
BELANGRIJK! Als het alarm wordt geactiveerd: Stop
de motor onmiddellijk. Onderzoek en verhelp de storing.
Opladen (3)
De laadstroom dient onder het varen circa 14 V te bedragen.
Als u de motor uitschakelt, dient de accuspanning ca. 12 V
te bedragen.
Kruistoerental
U dient de volgasstand van de motor zoveel mogelijk te
vermijden, aangezien deze stand niet alleen onvoordelig
maar tevens oncomfortabel is. Het beste kunt u het
kruistoerental op 500 tot 1000 omwentelingen onder het
maximale toerental bij volgas houden. Hoewel het
maximale motortoerental bij de topsnelheid afhangt van het
toegepaste romptype, de schroefkeuze, de belasting, de
omstandigheden, enzovoort, dient dit binnen het
volgasbereik te liggen.
Volgasbereik: ......................... 2800–3200 omw/min