ZAUM0053
Banden
Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw scooter.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit worden
gecontroleerd en eventueel worden bijge-
steld.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
WAARSCHUWING
_
G
De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is
aan de omgevingstemperatuur).
G
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagage en accessoires dat voor dit
model is vastgesteld.
DAU04551
_
CE-18D
(gemeten op koude banden)
Belasting*
Tot 90 kg*
90 kg–maximale
belasting*
CE-07D
Maximale belasting*
* Totaal gewicht van motorrijder, passagier, bagage
en accessoires
DW000082
Bandenspanning
Voor
Achter
180 kPa
190 kPa
2
2
1,8 kgf/cm
1,9 kgf/cm
1,8 bar
1,9 bar
180 kPa
210 kPa
2
2
1,8 kgf/cm
2,1 kgf/cm
1,8 bar
2,1 bar
182 kg
6-10
WAARSCHUWING
_
De aanwezigheid van bagage is van gro-
te invloed op het weggedrag, de rem- en
rij-eigenschappen en de veiligheid van
uw motor, neem dus de volgende voor-
zorgen in acht.
G
DE SCOOTER NOOIT OVERBELA-
DEN! Rijden met een overbeladen
scooter kan leiden tot beschadi-
ging van de banden, controlever-
lies of ernstig letsel. Zorg ervoor
dat het totale gewicht van de motor-
rijder, lading en accessoires de
maximaal toegestane belasting van
het voertuig niet overschrijdt.
G
Vervoer geen los verpakte spullen
die tijdens de rit kunnen gaan
schuiven.
G
Bevestig de zwaarste spullen op
veilige wijze dicht bij het midden
van de scooter en verdeel het ge-
wicht over beide zijden.
G
Pas de luchtdruk in de wielophan-
ging en de bandspanning aan op
het te vervoeren gewicht.
G
Controleer vóór iedere rit de condi-
tie en spanning van de banden.
_
DW000077
6