G EBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5 -
WAARSCHUWING
_
G
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
G
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
5
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
G
Start de motor om veiligheidsrede-
nen te allen tijde met de middenbok
naar beneden.
_
DAU01118
PUSH
ZAUM0253
Starten van de motor
LET OP:
_
Zie pagina 5-4 voor instructies over het
inrijden van de motor alvorens de ma-
chine in gebruik wordt genomen.
_
1. Draai de contactsleutel naar "
draai naar "
wingslampje voor olieniveau gaat
branden.
LET OP:
_
Als het waarschuwingslampje voor olie-
niveau niet gaat branden, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch circuit te
testen.
_
2. Sluit de gasklep volledig.
ZAUM0367
3. Start de motor door de startknop in te
DAU02960*
DC000046
OPMERKING:
_
Als de motor na indrukken van de startknop
niet wil starten, laat dan de startknop los,
" en
wacht een paar seconden en probeer het
" zodra het waarschu-
dan opnieuw. Iedere startpoging moet zo
kort mogelijk duren om de accu te sparen.
Laat de startmotor nooit langer dan 5 se-
DC000045
conden aaaneen draaien. Probeer de kick-
starter als de motor niet via de startmotor
wil aanslaan.
_
5-1
drukken of het kickstarterpedaal om-
laag te trappen terwijl tegelijkertijd de
voor- of achterrem is bekrachtigd.
DAU00372