Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controle Van De Koudemiddelinhoud; Mogelijke Problemen Bij Inbedrijfstelling; Operationele Controles; Inbedrijfstellingsgegevens - CIAT VECTIOS PJ Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

13 - INBEDRIJFSTELLING

Controle van de koudemiddelinhoud

● Elke unit verlaat de fabriek met een nauwkeurige hoeveelheid
koudemiddel voor optimaal bedrijf. Beschikbare koudemiddelen
zijn: R-410A of R-454B.
B e l a n g r i j k : h e t t y p e k o u d e m i d d e l i n d e u n i t k a n
worden afgelezen op de typeplaat, zie hoofdstuk 4.3.
● Om te waarborgen dat de unit is gevuld met de juiste
hoeveelheid koudemiddel, moeten de waarden voor
oververhitting en onderkoeling per circuit worden gecontroleerd
terwijl het systeem op vol vermogen draait.
Wanneer de koudemiddelinhoud minder is dan nodig,
zal de aanzuigdruk afnemen en zal de oververhitting aan
de compressorinlaat hoog zijn. Dit kan een onderbreking
van het bedrijf veroorzaken vanwege de activering van de
beveiligingen van de koudemiddelinhoud.
Voor het aanpassen van de koudemiddelinhoud, heeft elk
circuit een schrader-ventiel in de vloeistofl eiding, voor de
fi lterdroger.
● Controleer op afwezigheid van koudemiddellekkage.
In geval van lekkage:
- Tap de koudemiddelinhoud volledig af met een speciale
terugwinmachine geschikt voor het type koudemiddel in de
unit (R-410A of R-454B). Repareer het lek.
Belangrijk: houd altijd de aanbevelingen aan in
paragraaf 2.2 "Veiligheidsnormen voor koudemiddel".
- Vul vervolgens het koudemiddel weer in de unit conform
de specifi caties in de tabel in het hoofdstuk "Onderhoud"
en de typeplaat van de installatie.
- Vul het koudemiddel via het vulventiel in de vloeistofl eiding
gebruik maken van passende uitrusting en gereedschap,
bij stilstaande compressor, waarbij de druk moet worden
bewaakt op eventuele afwijkingen.

13.2 Mogelijke problemen bij inbedrijfstelling

Alle instructies in deze handleiding moeten worden
aangehouden om een correcte werking van de eenheden
te waarborgen.
Hierna zijn enkele mogelijke bedrijfsproblemen genoemd
die kunnen optreden wanneer de omstandigheden voor de
inbedrijfstelling niet correct zijn.
● Gebrek aan luchtdebiet: zeer hoge verschillen tussen de
aanzuig- en uittredetemperaturen, veroorzaakt door een
hoog drukverlies in de kanalen of door andere oorzaken die
de correcte circulatie hinderen.
● Luchtcirculatie in de eenheid, veroorzaakt door een obstructie
in de luchtaanzuiging of uittrede.
Vulafsluiter
● Geluidsproblemen vanwege te hoog luchtdebiet door het
rooster.
● Wateroverstroming vanwege overmatig debiet, een verkeerde
sifoninstallatie of een verkeerde uitlijning.
● Vochtproblemen in het koudemiddelcircuit vanwege een
verkeerd vacuüm.

13.3 Operationele controles

Controleer het bedrijf van de eenheid via de elektronische
regeling en de beveiligingen.
Het verdient ook aanbeveling een gedateerd rapport op te stellen
de volgende informatie:
● De nominale spanning,
● Stroomverbruik van de compressoren, ventilatoren en andere
elektrische onderdelen,
● Belangrijke temperaturen in het koelcircuit (zie tabel),
● Andere interessante aspecten zoals alarmen gedetecteerd
door de elektronische regeling van de eenheid.
De registratie van deze parameter terwijl de eenheid in bedrijf is
maakt de controle mogelijk van de prestaties van de installatie
en de best mogelijke manier om stilstanden te voorkomen omdat
de analyse van deze gegevens een vroegtijdige signalering van
mogelijke afwijkingen mogelijk maakt of de beschikbaarstelling
van benodigde middelen om te waarborgen dat deze niet
optreden.

Inbedrijfstellingsgegevens

KoelMODUS
Aanzuigdruk
Aanzuigtemperatuur (1)
Compressor
Condensatiedruk
Condensatietemperatuur (2)
Gasintredetemperatuur
Vloeistofuittredetemperatuur (3)
Luchtcondensor
Luchtinlaattemperatuur
Buitentemperatuur
Uittredetemperatuur lucht
Luchtinlaattemperatuur
Uittredetemperatuur lucht
Luchtverdamper
Vloeistofi nlaattemperatuur
Verdampingsuittredetemperatuur (4) ºC
Onderkoeling (2) - (3)
Oververhitting (4) - (1)
VerwarmingsMODUS
Aanzuigdruk
Aanzuigtemperatuur (1)
Compressor
Condensatiedruk
Condensatietemperatuur (2)
Vloeistofi nlaattemperatuur
Gasuittredetemperatuur (4)
Luchtverdamper
Luchtinlaattemperatuur
Buitentemperatuur
Uittredetemperatuur lucht
Luchtinlaattemperatuur
Uittredetemperatuur lucht
Luchtcondensor
Gasintredetemperatuur
Vloeistofuittredetemperatuur (3)
Onderkoeling (2) - (3)
Oververhitting (4) - (1)
N L - 6 7
bar
ºC
bar
ºC
ºC
ºC
ºC
ºC
ºC
ºC
ºC
ºC
ºC
ºC
bar
ºC
bar
ºC
ºC
ºC
ºC
ºC
ºC
ºC
ºC
ºC
ºC
ºC
ºC
Ve c t i o s
P J
T M

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave