12 - OPTIES EN ACCESSOIRES
Aansluitingen op de rookgasafvoer
Belangrijk: de rookgasafvoer van de gasbrander is
niet meegeleverd met de eenheid. De uitvoering en
de installatie daarvan is de verantwoordelijkheid van
de installateur en moet voldoen aan alle geldende
richtlijnen en regelgeving op de installatielocatie.
Rookafvoer: 80 mm
inwendig
∅
Deze PCH-brandermodule is uitgerust met een waterdicht
verbrandingscircuit en met een branderventilator bovenstrooms
van de warmtewisselaar.
Aansluiting op de rookgasafvoer, conform de installatie
van de verwarmer, kan worden uitgevoerd als type "C",
met verbrandingsluchtaanvoer van buitenaf, of als type "B" waarbij
de verbrandingslucht wordt aangezogen vanuit de installatieplaats
van de verwarmer.
Wanneer de verwarmer buiten is geïnstalleerd, is een type
"B"-installatie ook een type "C".
De verwarmer is gecertifi ceerd voor de volgende typen afvoer:
B23P-C13-C33-C43-C53-C63; voor meer informatie over de
typen afvoersystemen, zie de actuele regelgeving.
Voor aansluiting van de afvoer, moeten gecertifi ceerde leidingen
en klemmen worden gebruikt waarbij er rekening mee moet
worden gehouden dat de modules van het condenserende type
zijn. De volgende materialen moeten worden gebruikt:
● Aluminium met een dikte van minimaal 1,5 mm;
● Roestvrij staal met een dikte van minimaal 0,6 mm; het staal
moet een koolstofgehalte hebben van minimaal 0,2%.
Gebruik gesealde leiding om te voorkomen dat condensaat
van de leiding lekt. De sealing moet bestand zijn tegen een
temperatuur tussen 25 °C en 120 °C.
De rookgasafvoer hoeft niet te worden geïsoleerd om de
ophoping van water in de leidingen te voorkomen, omdat dit niet
nadelig is voor de verwarmer die is uitgerust met een waterslot.
Isoleer de leiding indien nodig om aanraken te voorkomen.
Gebruik voor de luchttoevoer:
● Aluminium met een dikte van minimaal 1,0 mm;
● Roestvrij staal met een dikte van minimaal 0,4 mm;
Belangrijk: de horizontale rookgasafvoersecties, die de
rookgasafvoer vormen, moeten onder licht afschot (1°- 3°) naar
de verwarmer worden geïnstalleerd, om het verzamelen van
condensaat in de afvoer te voorkomen.
Terminal confi guratie
● Type B23P
Open verbrandingscircuit: de door de verbranding
geproduceerde gassen worden naar buiten afgevoerd, via
een wand of op het dak en de verbrandingslucht wordt direct
aangezogen van de locatie waar de uitrusting is geïnstalleerd.
In deze situatie, schrijven de normen UNI-CIG 7129 en
UNI-CIG 7131 de voorziening van passende ventilatoren op
de wand voor.
Opmerking: het is verplicht een IP20-veiligheidsrooster te
plaatsen om te voorkomen dat vaste deeltjes met een diameter
groter dan 12 mm de verbrandingsluchttoevoer binnendringen.
Tegelijkertijd mag de opening niet groter zijn dan 8 mm.
● Type C13
Gesloten verbrandingscircuit (type "C") aangesloten op een
horizontale terminal op de wand via de eigen kanalen.
● Type C33
Gesloten verbrandingscircuit (type "C") aangesloten op een
verticaal geïnstalleerde terminal (op het dak) op de wand via
de eigen kanalen.
● Type C53
Gesloten verbrandingscircuit (type "C") aangesloten met de
eigen kanalen verdeeld over twee terminals die naar gebieden
met verschillende drukken kunnen gaan (zoals één kanaal
aangesloten op het dak en de tweede aangesloten op de
wand).
● Type C63
Gesloten verbrandingscircuit (type "C") aangesloten
o p e e n g o e d g e k e u r d e e n a f z o n d e r l i j k v e r k o c h t e
verbrandingsluchttoevoer en verbrandingsafvoersysteem.
Selectierichtlijn
Wanneer de terminal niet direct wordt aangesloten op de
verwarmer en er daarom extra installatie nodig is, conform de
lengte van het kanaal, moet de diameter van de geselecteerde
terminals, verlengstukken en bochten worden gecontroleerd.
Na het maken van de route, moet het drukverlies van elke
component worden berekend. Elke component heeft een andere
drukverlieswaarde omdat het rookgasdebiet verschilt.
Het drukverlies over elke component moet bij elkaar worden
opgeteld. Controleer of het resultaat niet hoger is dan de
beschikbare waarde voor de gebruikte PCH-verwarmermodule.
Wanneer een verbrandingsluchttoevoerleiding is gemonteerd.
m o e t e n d e d r u k v e r l i e z e n w o r d e n o p g e t e l d b i j h e t
rookafvoerdrukverlies.
Wanneer het totaal van de drukverliezen door de fi ttingen hoger
is dan de beschikbare druk aan de afvoer, moeten kanalen met
grotere diameter worden gebruikt en de berekening opnieuw
worden uitgevoerd. Een drukverlies hoger dan de beschikbare
druk aan de rookgasafvoer vermindert het thermisch vermogen
van de verwarmingsmodule.
Wanneer de kanaalinstallatie het gebruik van bochten nodig
maakt, moet de benodigde lengte worden afgetrokken van de
beschikbare lengte:
• Ø 80 radius bocht met 90° is gelijk aan = 2,1 m
• Ø 80 radius bocht met 45° is gelijk aan = 1,1 m
• Ø 100 radius bocht met 90° is gelijk aan = 3,5 m
• Ø 100 radius bocht met 45° is gelijk aan = 1,6 m
Drukverlies voor terminals en afvoerkanalen:
PCH model
Beschikbare druk aan de afvoer (Pa)
Component
Ø 80 leiding (1 meter)
Ø 100 leiding (1 meter)
Ø 80 radius bocht 90°
Ø 100 radius bocht 90°
Ø 80 radius bocht 45°
Ø 100 radius bocht 45°
Ø 80 - 100 adapter
Ø 80 overdekte terminal
Ø 100 overdekte terminal
N L - 5 7
020
034
045
065
080
80
90
100
120
120
Drukverlies (Pa)
0,4
1,3
2,1
4,6
7,3
0,1
0,4
0,6
1,3
2,2
0,9
2,8
4,4
9,5
15,0
0,3
1,4
2,2
5,1
8,2
0,5
1,4
2,2
4,6
7,3
0,2
0,6
1,0
2,2
3,5
0,2
0,6
1,0
1,2
1,8
2,0
5,0
10,0
14,0
16,0
1,5
3,7
7,5
10,5
12,0
Ve c t i o s
T M
105
120
11,0
3,5
22,2
12,0
11,0
5,5
2,7
20,0
15,0
P J