7 - POSITIONERING EN INSTALLATIE
Zij-aanzicht na installatie op het dak (positie C):
Standaard dakdoorvoer
E
C
A
D
β
β
= maximale helling
Afmetingen (mm)
0090 tot 0190
472
Standaard
0200 tot 0240
510
dakdoorvoer
0280 tot 0400
486
Dakdoorvoer met brander
E
C
A
D
β
β
= maximale helling
Afmetingen (mm)
0090 tot 0190
782 750 103 679
Dakdoorvoer
0200 tot 0240
822 750 103 719
met brander
0280 tot 0400
855 752 103 752
Belangrijk: Controleer of de hoogte van de dakdoorvoer
voldoende is om de minimale afdichtingshoogte aan te kunnen
houden die nodig is conform de lokale regelgeving (voorbeeld:
150 mm minimale afdichtingshoogte in Frankrijk conform DTU).
Controleer hiervoor of de "D" maat van de dakdoorvoer groter
is dan de dikte van de stalen bak "D1" plus de isolatie "D2" plus
de minimaal benodigde afdichtingsafstand "D3".
D (mm) ≥ D1 + D2 + D3 (150 mm min.)
PJ-eenheid
D
Dakdoorvoer
Dwarsbalk
Ve c t i o s
P J
T M
A
B
C
D
E
440
103
369
34
440
103
407
34
440
103
383
34
A
B
C
D
E
F
34
490 3º (5,1%)
34
490 3º (5,5%)
34
490 2º (4,0%)
Waterdichte afdichting (te
verzorgen door de installateur)
(150mm mín.)
Buiten isolatie (te
verzorgen door de installateur)
Stalen bak
De installateur moet verplicht een water-
dichtheidstest uitvoeren op de dakdoorvoer na
het afdichten. Zowel op de afdichting aan de zijkant
als op het oppervlak van de dakdoorvoer, omdat de
waterdichtheid door het vervoer en het hijsen kan
worden beschadigd.
B
PARA GARANTIZAR LA ESTANQUEIDAD DE LA BANCADA DESPUÉS DE LA INSTALACIÓN,
HAY QUE REVISAR QUE TODAS LAS JUNTAS Y UNIONES ESTÉN EN PERFECTO ESTADO.
ES NECESARIO ASEGURAR LA ESTANQUEIDAD Y LA SUJECIÓN DEL EQUIPO
Y LA BANCADA DESPUÉS DE MONTAR EL CONJUNTO
IN ORDER TO GUARANTEE THE ROOFCURB TIGHTNESS AFTER THE INSTALLATION,
THE PERFECT CONDITION OF ALL SEAMS AND JOINTS SHOULD BE REVISED.
IT IS NECESSARY TO ENSURE THE TIGHTNESS AND FASTENING OF THE UNIT
AND THE ROOFCURB AFTER MOUNTING THE ASSEMBLY.
POUR GARANTIR L'ÉTANCHÉITÉ DE L'EMBASE APRÈS L'INSTALLATION,
IL FAUT RÉVISER QUE TOUS LES RACCORDS ET JOINTS SOIENT EN PARFAIT ÉTAT.
IL EST NÉCESSAIRE DE S'ASSURER DE L'ÉTANCHÉITÉ ET LA FIXATION DE L'UNITÉ
β
3º (5,1%)
3º (5,5%)
Doorvoer van de elektrische kabels door de dakdoorvoer
2º (4,0%)
De voedingskabels kunnen worden geïnstalleerd naar de
schakelkast van de eenheid via het paneel dat zich onder
de schakelkast bevindt of via de onderkant van de eenheid,
afhankelijk van de wensen van de klant.
Wanneer de aansluiting van de slangen is uitgevoerd via de
onderkant van de eenheid, moeten deze door de dakdoorvoer
F
worden geïnstalleerd via de daarvoor bedoelde metalen
B
uitsparingen.
Deze uitsparingen bevinden zich in de dakdoorvoeromgeving
onder de elektrische schakelkast. De positie is te vinden in de
maatschetsen.
Opmerking: de positie van het elektrische schakelkast is anders
voor RPJ en IPJ op 0200 tot 0380 modellen. De dakdoorvoer
bevat uitsparingen in beide posities die het installatieprogramma
naar behoefte kan gebruiken.
β
D3
D2
D1
Opmerking: zie hoofdstuk 8 voor meer gedetailleerde informatie
over de elektrische bedrading van de unit.
Belangrijk: e installateur moet de afdichting van alle
doorvoeren waarborgen nadat de slangen voor de
elektrische voeding zijn doorgevoerd.
N L - 1 6
ET L'EMBASE APRÉS LE MONTAGE.
uitsparingen
aan de basis van
de elektrische
schakelkast
uitsparingen aan
de dakdoorvoer