11 - VEILIGHEIDSELEMENTEN
Hogedrukschakelaar
Aangesloten op de compressoruitlaat, stopt deze het bedrijf
wanneer de druk op dat punt het setpoint bereikt. De vrijgave
is automatisch.
Druk voor activeren van de schakelaar:
● R-410A: 42,0 bar.
● R-454B: 40,5 bar.
Overdrukventiel
Alle modellen hebben een overdrukventiel in de hogedrukleiding.
Ventielen zijn ingesteld op 45 bar.
Opmerking: de inschakelwaarde van de beveiliging is gelijk
voor R-410A en R-454B, omdat beide koudemiddelen dezelfde
bedrijfsdruk hebben.
Opgelet: vermijd de uitblaasrichting van het ventiel
Lagedrukbeveiliging
De lagedrukbeveiliging wordt uitgevoerd door de Vectic-
elektronische regeling via de meting van de lagedruksensor.
Beveiliging voor voedingskabels
Beveiliging van voedingskabels van compressoren met
handmatige motorstarters en voedingskabels van ventilatormotor
met magnetothermische schakelaars.
Deze instrumenten geven bescherming tegen overbelasting,
fasefouten en onderspanning.
Automatische schakelaar in het regelcircuit
Magnetothermische schakelaar die het bedrijfscircuit beveiligt
tegen continue surges en kortstondige hoge stromen
(kortsluiting).
Hoofddeurschakelaar
Door gebruik van een
mechanische eenheid,
w o r d t t o e g a n g t o t d e
elektrische schakelkast
voorkomen wanneer de
eenheid onder spanning staat.
Regeling ontdooibedrijf
Deze veiligheidseenheid is bedoeld om ijsvorming te voorkomen
die kan optreden op de buitenbatterij wanneer de eenheid werkt
in de verwarmingsmodus.
Het ontdooien wordt uitgevoerd door de regeling afhankelijk
van de buitentemperatuur en de waarde gemeten door de
lagedruksensor.
Veiligheidsvoorzieningen op de compressoren
● Deze eenheden hebben een klixonschakelaar op de
compressoruitlaat welke de motor stopt in geval van
oververhitting.
● Compressorvergrendeling: in geval van uitschakeling van de
voedingsspanning langer dan 2 uur, wordt de compressor
vergrendeld. De eenheid moet 8 uur constant onder
spanning staan om de compressor weer te ontgrendelen.
Een waarschuwingsmelding op de VecticGD toont de
resterende tijd tot het einde van de vergrendeling.
NIET OPENEN BIJ AANWEZIGE SPANNING
● Hogetemperatuurbeveiliging in tandemcompressoren (optie):
bij bedrijf in de KOEL-modus, wanneer de buitenbatterijdruk
van een circuit een grenswaarde overschrijdt, wordt één van
de twee compressoren gestopt, waardoor het stoppen van
beide compressoren vanwege de hoge druk wordt voorkomen.
Deze compressor zal weer worden ingeschakeld, wanneer de
druk tot onder een veilige waarde afneemt.
Luchtdebietregeling
De uittredeplugventilatoren regelen het toerental op het
gemiddelde debiet zoals gemeten door de drukverschilsensor en
de waarde die is ingesteld als setpoint in de elektronische regeling.
Detector verzadigd fi lter (optie)
Drukverschilpressostaat voor detectie van het verzadigingsniveau
van het fi lter.
Deze pressostaat is op de fabriek geïnstalleerd:
● In de elektrische schakelkast, voor "Cross fl ow"-modellen.
● Op een paneel naast de binnenbatterij, voor "Tunnel fl ow"-
modellen.
De druk wordt bepaald via twee inlaten
in de luchtstroom, zodat een vergelijking
kan worden gemaakt tussen de druk van
de aanzuiglucht naar het fi lter (positief)
en de uittredelucht van het fi lter of de
andere zijde van de batterij (negatief).
Met de elektronische regeling wordt het
alarm voor verzadigd fi lter ingesteld:
alleen indicatie (standaard) of stoppen
van de eenheid. Handmatige reset.
De instelde pressostaatwaarde voor de alarmsignalering wordt
geconfi gureerd in de fabriek, afhankelijk van de fi lters die zijn
geselecteerd voor de eenheid, conform het volgende criterium
(standaard EN 13053):
● Filter van de eenheid: de ingestelde waarde is de drukval voor
de fi lterclassifi catie, conform de aangebrachte tabel.
● Seriële fi lter: de ingestelde waarde is de drukval van het
meest effi ciënte fi lter + de halve drukval van het andere fi lter,
conform de aangebrachte tabel.
Filterclassifi catie
G4
M6 / F7
F8 / F9
Opmerking: alle fi lterframes hebben een sticker waarop de
fi lterclassifi catie staat aangegeven.
Belangrijk: deze beveiligingsapparatuur wordt met name
aanbevolen bij gasbranders.
Regeling van de condensatie- en verdampingsdruk
Deze beveiliging, geïntegreerd in de regeling, maakt het
regelen van de buitenventilator(en) mogelijk wanneer de
eenheden werken in de koelmodus met lage buitentemperaturen
(condensatieregeling) of in de verwarmingsmodus met hoge
buitentemperaturen (verdampingsregeling). Dit is nuttig voor
het bedrijf van de eenheid gedurende alle seizoenen.
Met elektronische axiale ventilatoren, is de toerentalregeling
proportioneel, gebaseerd op de gemiddelde druk gemeten door
de druksensoren.
Koudemiddellekkage
Mogelijke koudemiddellekkage in geval van lagedrukalarm.
Ondanks dat het alarm soms andere redenen heeft, maakt de
regeling het detecteren van een mogelijke lekkage mogelijk,
waarmee de bescherming van het milieu wordt verbeterd.
N L - 3 5
Drukverlies (Pa)
150
250
350
Ve c t i o s
P J
T M